Taaltap 19-2 Het weer

Taaltrap 19-2 Het weer
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taaltrap 19-2 Het weer

Slide 1 - Tekstslide

Het weer
Kijk en luister mee op 
blz. 196
Het weer

Slide 2 - Tekstslide

het klimaat
het landschap

Slide 3 - Tekstslide

de thermometer
de thermometer

Slide 4 - Tekstslide

de temperatuur
de temperatuur

Slide 5 - Tekstslide

de hitte
de windhoos
de tornado

Slide 6 - Tekstslide

de aardbeving
de orkaan

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Het weer
Alle woorden 
van bladzijde 196
Het weer
Schrijf ze in je schrift.
Zet de vertaling erbij.

Slide 9 - Tekstslide

Luisteren en lezen
bladzijde 197


orkanen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

trappen van vergelijking


Weet je nog wat dat is?

Slide 12 - Tekstslide

trappen van vergelijking
klein - 
groot - 
smal -
dik - 
warm -
koud -
erg - 
veel - 
weinig -
199

Slide 13 - Tekstslide

19.14
Schrijf de zinnen in je schrift.
bladzijde 199

Vul het goede woord in.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Vul de lege plekken van het weerbericht in.
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Morgen wordt het ………………………………………….

Rond 5 uur begint het te ………………………………..

Een kwartier later zie je …………………………………


Oefen met de moeilijke woorden!
stralend weer
de zonsondergang
schemeren

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is de gemiddelde temperatuur in Nederland in de zomer?
A
10 graden Celsius
B
30 graden Celsius
C
20 graden Celsius
D
40 graden Celsius

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor een windhoos?
A
tornado
B
aardbeving
C
orkaan
D
tsunami

Slide 18 - Quizvraag

Welke maand heeft gemiddeld de meeste regen in Nederland?
A
april
B
juni
C
oktober
D
december

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link