In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Pak je leesboek, schrift, etui en boeken
We beginnen gelijk met de uitleg.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
wat de kenmerken zijn van de belangrijkste klimaten van de gematigde zone in Europa: zeeklimaat, Middellandse Zeeklimaat, droog klimaat, landklimaat, toendraklimaat, hooggebergteklimaat
wat het verband is tussen klimaat en plantengroei
Slide 3 - Tekstslide
Klimaatdiagram
Slide 4 - Tekstslide
Zeeklimaten
Een groot deel van Europa heeft een zeeklimaat:
hele jaar door neerslag
gematigde temperaturen
koudste maand = gemiddeld > -3 ⁰C
Slide 5 - Tekstslide
Zeeklimaat
Slide 6 - Tekstslide
Zeeklimaten
Middellandse Zeeklimaat / mediterraan klimaat:
Zuid-Europa
Gemiddeld warmer dan zeeklimaat
Drogere zomers
Droog klimaatmet nauwelijks neerslag.
-> Rusland en Spanje
Slide 7 - Tekstslide
Middellandse Zeeklimaat
Slide 8 - Tekstslide
Landklimaat
In het binnenland van Europa heerst een landklimaat:
Groot temperatuurverschil zomer en winter
Koudste maand = gemiddeld tussen de -3 ⁰C en -10 ⁰C
Hoe verder naar het oosten, hoe kleiner de invloed van zee. -> geleidelijke overgang zeeklimaat naar landklimaat
Slide 9 - Tekstslide
Landklimaat
Slide 10 - Tekstslide
Koude klimaten - Toendraklimaat
Hoge breedteligging + geen invloed zee = koud klimaat:
< 10 ⁰C = boomgrens
Hele jaar < 10 ⁰C = grens landklimaat en toendraklimaat
Winter: lang en koud. Vaak onder de -10 ⁰C
Slide 11 - Tekstslide
Toendraklimaat
Slide 12 - Tekstslide
Koude klimaten - Hooggebergteklimaat
Kan ook door hoogteligging:
Hooggebergteklimaat: koud klimaat met veel neerslag (sneeuw).
Zelfs in zomer onder de 0 ⁰C
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag:
Wat?
§6.3 BLZ. 99 in je werkboek
Opgave 1 t/m 4
Hoe?
Eerste 10 minuten in stilte. Hierna mag je samenwerken en overleggen met je buur.
Waar?
in je werkboek!
Hulp?
- Theorie: Lees eerst de theorie is door!
- Atlas
- Docent
Klaar?
Kenmerken leren van de verschillende klimaten.
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Pak je leesboek, schrift, etui en boeken
We beginnen gelijk met de uitleg.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
wat de kenmerken zijn van de belangrijkste klimaten van de gematigde zone in Europa: zeeklimaat, Middellandse Zeeklimaat, droog klimaat, landklimaat, toendraklimaat, hooggebergteklimaat
wat het verband is tussen klimaat en plantengroei
Slide 17 - Tekstslide
Welk soort klimaat hebben we in Nederland?
Slide 18 - Open vraag
Bij een middellandse zeeklimaat is er een warme...
A
droge zomer
B
droge winter
C
natte zomer
D
natte winter
Slide 19 - Quizvraag
Bij een zeeklimaat mag de koudste maand gemiddeld niet kouder zijn dan
A
3°C
B
-3° C
C
-10°
Slide 20 - Quizvraag
B85 Loofbos
In de gematigde zone, in NL:
in de zomer gemiddeld > 10 ⁰C en in de winter > -3 ⁰C
Er groeien loofbomen, zoals eiken en beuken -> loofboomgordel
• In de subtropen is het gemiddeld warmer en in de zomer droger -> mediterrane plantengroei: palmen, olijfbomen, vijgen, kurkeiken
Slide 21 - Tekstslide
B86 Naaldbos (taiga)
In de naaldboomgordelof taigagroeien bijna alleen naaldbomen.
in de gematigde zone tegen de poolstreken aan
in de zomer is het gemiddeld > 10 ⁰C
als het kouder is: boomgrens en toendra
Geen scherpe grens tussen loofboomgordel en naaldboomgordel: gemengd bos
Slide 22 - Tekstslide
B87 Toendra
Kenmerken van de toendra:
Ten noorden van de boomgrens
Gemiddeld lager dan 10 ⁰C
Grassen, mossen, lage struikjes in de zomer
Bevroren en met sneeuw bedekte bodem tijdens lange winters
Moerassig in de zomer door permafrost + lage temperaturen
Geen scherpe grens toendra en taiga: bomen staan verder uit elkaar + minder hoog
Slide 23 - Tekstslide
Overgang temperatuur
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag:
Wat?
§6.3 opdrachten 5, 6, 8, 9 in je werkboek op bladzijde 99/100
Hoe?
Eerste 10 minuten in stilte. Hierna mag je samenwerken en overleggen met je buur.