Task 2 - Reading

Welcome!
- Take a seat 

- Sit down quietly. 

- You have 2 minutes to: take your stuff and be silent 

- Grab your  Ipad 


Task 2 - Reading

What are we going to do today? 
- Practice reading 
- Edit your video + hand in video




timer
2:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
- Take a seat 

- Sit down quietly. 

- You have 2 minutes to: take your stuff and be silent 

- Grab your  Ipad 


Task 2 - Reading

What are we going to do today? 
- Practice reading 
- Edit your video + hand in video




timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Practice readingGo to:

 www.readtheory.org 

--> Create an account. 
Use classcode: DGGUG9R8

- Start praticing. You do this for 15 minutes in silence
You can use headphones with music. 
Are you talking? 
You get 1 warning. 


If I have to warn again
you have to leave the classroom with a yellow card.
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Past Continuous + Past Simple
De Past Simple gebruik je in de verleden om te vertellen dat iets gebeurd is. --> I walked home. 

De Past Continuous gebruik je in de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was. 
--> I was walking  home. 

Je maakt de Past Continuous door: was/were + hele ww + ing
was voor: I, he/she/it. & were voor: de rest. 

Slide 3 - Tekstslide

Past Continuous + Past Simple
De Past Simple gebruik je in de verleden om te vertellen dat iets gebeurd is. --> I walked home. 

De Past Continuous gebruik je in de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was. 
--> I was walking  home. 

Je maakt de Past Continuous door: was/were + hele ww + ing
was voor: I, he/she/it. & were voor: de rest. 

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous
Je gebruikt de Past Simple & de Past Continuous samen als we spreken over een langere actie (past continuous) die onderbroken wordt door een kortere actie (past simple) 

--> I was studying when my mom walked in. 
Het studeren (was studying) was langer aan de gang en werd onderbroken  door de moeder die binnen kwam (walked in). 

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous
Je gebruikt de Past Simple & de Past Continuous samen als we spreken over een langere actie (past continuous) die onderbroken wordt door een kortere actie (past simple) 

--> I was studying when my mom walked in. 
Het studeren (was studying) was langer aan de gang en werd onderbroken  door de moeder die binnen kwam (walked in). 

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous
In de zin: I was studying when my mom walked in. 
Is when een key woord --> na when komt de KORTE actie. (Past Simple) 

In de zin: My mom walked in while I was studying. 
Is while een key woord --> na while komt de LANGE actie (Past Continuous) 

Slide 7 - Tekstslide

She ............ (to brush) her hair when the phone ...... (to ring)
A
was brushing, rang
B
brushed, was ringing

Slide 8 - Quizvraag

My mother ...... (to jump) in the air while I ....... (to sing) a song.
A
jumped, was singing
B
was jumping ,sang

Slide 9 - Quizvraag

Yesterday I ...... (to dance) in the living room when my mom ...... (to call) my name.
A
was dancing, called
B
danced, was calling

Slide 10 - Quizvraag

She ...... (to experience) a lot of pain while the ambulance ...... (to arrive).
A
was experiencing, arrived
B
experienced, was arriving

Slide 11 - Quizvraag

Modals
Modal = hulpwerkwoord. 

can, could, should, have to & must zijn modals. Modals zijn anders dan andere werkwoorden want ze veranderen niet van vorm. Behalve have to, dat wordt has to bij he/she/it



Slide 12 - Tekstslide

have to & should: Je gebruikt have to om te zeggen dat een actie gedaan moet worden, het is verplicht. Je gebruikt should om advies te geven. Je zegt dat het goed is om iets te doen, maar het is niet verplicht.

She has to take her medication. --> verplichting
You should really say sorry to her. --> advies


Slide 13 - Tekstslide

Must: Je gebruikt must wanneer de spreker zelf vindt dat een actie gedaan moet worden. De spreker verplicht zichzelf. Je gebruikt must ook om iemand sterk aan te raden iets te doen als het niet verplicht is.

You must brush your teeth before bed. --> je raadt het aan. 
I must go to bed early tonight. --> je vind zelf dat het moet

Slide 14 - Tekstslide

Doctor said Jamie .......... come back in two weeks.
A
must
B
has to
C
should

Slide 15 - Quizvraag

Ever since her operation Allison ........ go to toilet a lot.
A
must
B
has to
C
should

Slide 16 - Quizvraag

I think you ......... really say sorry to her now.
A
must
B
have to
C
should

Slide 17 - Quizvraag

Edit 
Edit your video!

Slide 18 - Tekstslide

Let's practice the words!
Go to gimkit! 


Slide 19 - Tekstslide

Welcome!
- Take a seat 

- Sit down quietly. 

- You have 2 minutes to: take your stuff and be silent 

- Grab your  Ipad 


Go to: 
www.readtheory.org 

log in and start working on your quizzes. 
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide