Disccusie beoord. les

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 1 - Open vraag

Een feit kan waar of onwaar zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Penta College Hoogvliet is een mooie school.
A
Mening
B
Feit

Slide 3 - Quizvraag

Signaalwoorden voor een argument zijn:
A
Ten eerste, vervolgens, ook
B
Omdat, daarom, want
C
Maar, echter, immers

Slide 4 - Quizvraag

Feit  / mening

- Een feit kan je controleren en vaststellen.

- Voor een goede mening maak je gebruik van argumenten en feiten.


Slide 5 - Tekstslide

Je leert:
1. Je mening geven in een discussie en daarbij argumenten gebruiken.
2. Hoe je een discussie voert

Slide 6 - Tekstslide

Discussie:

1. Laat elkaar uitpraten. Probeer niet alleen je eigen mening te vertellen maar ook te luisteren naar de ander.

2. Geef je mening en argumenten

3. Reageer op de argumenten van de ander

4. Blijf bij het onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Discussie Lil Kleine
In tweetallen, 5 minuten de tijd.
Fluisterend
Klaar? Bedenk een oplossing voor deze discussie.
We bespreken de opdracht klassikaal
- Wat is de mening van Lil Kleine en welke argumenten heeft hij?
- Wat is de mening van de burgemeester en welke argumenten heeft hij?
- Aan welk belangrijk principe van een discussie houdt de burgemeester zich niet?
- Wie vind je het meest overtuigend? Hoe komt dit?


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Discussie Lil Kleine
In tweetallen, 5 minuten de tijd.
Fluisterend
Klaar? Bedenk een oplossing voor deze discussie.
We bespreken de opdracht straks  klassikaal
- Wat is de mening van Lil Kleine en welke argumenten heeft hij?
- Wat is de mening van de burgemeester en welke argumenten heeft hij?
- Aan welk belangrijk principe van een discussie houdt de burgemeester zich niet?
- Wie vind je het meest overtuigend? Hoe komt dit?


Slide 10 - Tekstslide

In tweetallen
Mensen die fakenieuws verspreiden moeten een hoge boete krijgen.

1. Bedenk 3 argumenten voor de stelling 

2. Bedenk 3 argumenten tegen de stelling

3. Schrijf voor jezelf op papier

4. Overleg fluisterend, de anderen weten anders jouw argumenten al

5. Deze argumenten gebruiken we dalijk in een discussie

6. 10 minuten de tijd



Slide 12 - Tekstslide

Lagerhuisdebat

5 personen voor de stelling

5 personen tegen de stelling

Als je iets wil zeggen ga je staan

Reageer op de ander en luister naar elkaar

De rest vult het beoordelingsformulier in

Na deze oefeningen bespreken we hoe het gegaan is


Slide 13 - Tekstslide

Stelling: Mensen die fakenieuws verspreiden moeten een hoge boete krijgen

Slide 14 - Tekstslide

Stelling: Leerlingen moeten computerles geven aan leerkrachten

Slide 15 - Tekstslide

Stelling: Vloggers die in hun filmpjes de wet overtreden mogen nooit meer vloggen

Slide 16 - Tekstslide

Stelling: Huiswerk moet verboden worden

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting:


- Wat is een mening

- Wat is een feit

- Wat is argument

- Noem twee punten die belangrijk zijn in een discussie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide