Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NEGATIE
Is de zin positief of negatief?
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
taal
Hoger onderwijs
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Is de zin positief of negatief?
Slide 1 - Tekstslide
Ik ga vandaag naar school.
A
positief
B
negatief
Slide 2 - Quizvraag
Ik ga morgen niet naar de winkel.
A
positief
B
negatief
Slide 3 - Quizvraag
Ik heb vier kinderen.
A
positief
B
negatief
Slide 4 - Quizvraag
Ik heb geen auto.
A
positief
B
negatief
Slide 5 - Quizvraag
Ik heb geen zin in frietjes.
A
positief
B
negatief
Slide 6 - Quizvraag
Ik vind fietsen leuk.
A
positief
B
negatief
Slide 7 - Quizvraag
ik kan u ............. helpen
A
niet
B
geen
Slide 8 - Quizvraag
Hoe zet je een zin om van positief naar negatief.
Slide 9 - Tekstslide
Ik heb 2 kinderen. =>
positief
Ik heb geen kinderen. =>
negatief
Slide 10 - Tekstslide
Ik moet morgen werken. =>
positief
Ik moet morgen niet werken. =>
negatief
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer gebruik je niet of geen in een negatieve zin?
Slide 12 - Tekstslide
Je gebruikt geen in 4 verschillende gevallen
Slide 13 - Tekstslide
1. In combinatie met een 'de'- of 'het'-woord.
Bijvoorbeeld raam of deur.
Slide 14 - Tekstslide
Die kamer heeft geen raam.
Er is geen deur naar buiten.
Slide 15 - Tekstslide
2. Geen bij een taal.
Voorbeeld: Arabisch, Spaans
Slide 16 - Tekstslide
Ik spreek geen Arabisch.
Ik spreek geen Nederlands.
Slide 17 - Tekstslide
3. Geen bij spelen + sport
voetbal spelen, hockey spelen.
Slide 18 - Tekstslide
Ik speel geen voetbal.
Ik speel geen hockey.
Slide 19 - Tekstslide
Of spelen + muziekinstrument
gitaar
fluit
Slide 20 - Tekstslide
Ik speel geen gitaar.
Ik speel geen fluit.
Slide 21 - Tekstslide
4. Geen bij een getal.
2, 5, 20
Slide 22 - Tekstslide
Ik heb geen 2 fietsen.
Ik heb geen 4 vorken.
Slide 23 - Tekstslide
In alle andere gevallen gebruik je niet.
Slide 24 - Tekstslide
Nu gaan we een beetje oefenen...
Slide 25 - Tekstslide
Ik heb ............... ticket.
A
niet
B
geen
Slide 26 - Quizvraag
De toegangspoortjes gaan .............. open
A
niet
B
geen
Slide 27 - Quizvraag
De lift is ............. in gebruik
A
niet
B
geen
Slide 28 - Quizvraag
Je mag .................. foto's maken van de cursisten.
A
niet
B
geen
Slide 29 - Quizvraag
Ik heb ................. identiteitskaart
A
niet
B
geen
Slide 30 - Quizvraag
Je speelt ..... volleybal in de sporthal.
A
niet
B
geen
Slide 31 - Quizvraag
De voetganger valt ..... op het voetpad.
A
niet
B
geen
Slide 32 - Quizvraag
Je hebt geen ...... 4 kinderen, maar 3 kinderen?
A
niet
B
geen
Slide 33 - Quizvraag
Je spreekt nog ....... Engels?
A
niet
B
geen
Slide 34 - Quizvraag
Ik kan .... gitaar spelen.
A
geen
B
niet
Slide 35 - Quizvraag
Ik heb ..... drie brillen.
A
geen
B
niet
Slide 36 - Quizvraag
Ik ga vandaag .... naar de winkel, maar morgen.
A
geen
B
niet
Slide 37 - Quizvraag
Ga je elke dag naar de supermarkt?
Slide 38 - Open vraag
Ga je op vakantie?
Slide 39 - Open vraag
Heb je een huisdier?
Slide 40 - Open vraag
Vind je fietsen leuk?
Slide 41 - Open vraag
Heb je les op woensdagnamiddag?
Slide 42 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
T2L3: Talentvolle Tiny (persoonsvorm)
30 days ago
-
7 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T1L6 Oorzaak-gevolg
1 month ago
-
11 slides
Taal
Lager onderwijs
Mediawijsheid - Schaal van M
22 days ago
-
14 slides
Mediawijsheid
Lager onderwijs
Les 2 VRT Sociale media
March 2023
-
70 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
Creatief Schrijven: Helden en schurken
February 2023
-
7 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 2: Rome en Romeins Tongeren
March 2025
-
24 slides
Wereldoriëntatie
Gallo-Romeins Museum
Lager onderwijs
Les 1 VRT Mobiliteit
March 2023
-
53 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
T4 Spelling Herhaling
January 2025
-
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs