Hoe werkt geschiedenis en de bronnen?

Wat zijn de regels van de klas?
1.  Altijd boeken/ Ipad en schrijfspullen mee.
2. Huiswerk de volgende les af, ook als het niet in magister staat!
3. Je bent stil en luistert als de docent of een leerling praat.
4. Steek je vinger op als je iets wil vragen of vertellen.
5. Telefoon in tas. Vraag eerst voor gebruik.
6. Naar de WC? eerst vragen, niet tijdens de uitleg.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn de regels van de klas?
1.  Altijd boeken/ Ipad en schrijfspullen mee.
2. Huiswerk de volgende les af, ook als het niet in magister staat!
3. Je bent stil en luistert als de docent of een leerling praat.
4. Steek je vinger op als je iets wil vragen of vertellen.
5. Telefoon in tas. Vraag eerst voor gebruik.
6. Naar de WC? eerst vragen, niet tijdens de uitleg.

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe je bij geschiedenis?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gebruik je bij geschiedenis?
  • lesboek
  • werkboek
  • schrift
  • ipad
  • etui met inhoud

Slide 3 - Tekstslide

uitleg geschiedenis

Slide 4 - Tekstslide

Wat is geschiedenis?
Geschiedenis is een “reconstructie” van het verleden van de mens met behulp van bronnen. 
 Deze “reconstructie”is standplaatsgebonden.  
( boek: verhalen uit het verleden van de mens) 

Slide 5 - Tekstslide

de basis
geschiedenis heeft een vaste indeling:
  • I Tijdvakken
  • II Sleutelbegrippen
  • III Lesstof
  • IV Begrippen

Slide 6 - Tekstslide

Tijdvakken
Tijdvak 1.
  • Tijd van: Jagers en boeren
  • Tijd: Tot 3000 v. Chr.
  • Kenmerkende aspecten:
  • a. Levenswijze van jagers en verzamelaars
  • b. Ontstaan van landbouw
  • c. Ontstaan van steden

Slide 7 - Tekstslide

sleutelbegrippen
  • Een sleutelbegrip is een begrip dat in meerdere tijdvakken voorkomt.
  • Bijv. Landbouw: Het doen aan akkerbouw en veeteelt.

Slide 8 - Tekstslide

III Aantekeningen
  • Bij geschiedenis werken we met bronnen (overblijfselen uit het verleden).

  • ongeschreven bronnen
  • geschreven bronnen
Ongeschreven
  (archeoloog)
Geschreven
  (historicus)

Slide 9 - Tekstslide

IV soorten bronnen
  • Geschreven
  • Je haalt je informatie uit  tekst 
  • ALTIJD: historie/ geschiedenis

  • Ongeschreven: 
  • Je haalt je informatie uit 
  • voorwerpen, afdrukken of 
  • mondelinge overleveringen. 
  • Altijd bij Pre-historie door archeoloog.  Uit alle tijden mogelijk. 
 


Slide 10 - Tekstslide

V primaire en secundaire bronnen
  • Primair (directe) bron
  •  Ooggetuige 
  •  Uit de tijd zelf 

  • Secundair (indirecte) bron
  • Via via 
  •  uit een andere tijd. 

Slide 11 - Tekstslide

Middeleeuws dineren

dineren in de huidige tijd.

zoek de verschillen.

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
  • oefenen!
  • je krijgt een aantal opdrachten om de lesstof te oefenen
  • we gaan de opdrachten gelijk bespreken!

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 1: Je doet onderzoek naar de manier waarop de mensen zo'n 30.000 jaar geleden met hun doden omgingen. Werden zij verbrand, begraven of ....?
Welke van de volgende primaire bron(nen) kun je dan zeker niet gebruiken?
1.dagboek - 2.interview - 3. gebouwen, voorwerpen enz. - 4.beeldbronnen (bijvoorbeeld tekeningen, schilderijen, foto's) - 5.bewegende beeldbronnen (film, video)

Slide 14 - Open vraag

Opdracht 2: Je wilt graag weten hoe mensen in de 17e eeuw zich kleedden.
Welke van de volgende primaire bron(nen) kun je dan zeker niet gebruiken?
1.dagboek - 2.interview - 3. gebouwen, voorwerpen enz. - 4.beeldbronnen (bijvoorbeeld tekeningen, schilderijen, foto's) - 5.bewegende beeldbronnen (film, video)

Slide 15 - Open vraag

Opdracht 3: Je gaat onderzoeken hoe je opa of oma leefde.
Welke van de volgende primaire bron(nen) kun je dan zeker niet gebruiken?
1.dagboek - 2.interview - 3. gebouwen, voorwerpen enz. - 4.beeldbronnen (bijvoorbeeld tekeningen, schilderijen, foto's) - 5.bewegende beeldbronnen (film, video)

Slide 16 - Open vraag

Opdracht 4: Je wilt onderzoek doen naar het eerste huis waar je opa of oma (de ouders van je moeder) hebben gewoond.
Als eerste stel je daarover vragen aan je moeder. Zij vertelt je van alles over dat huis; hoe het eruit zag, hoeveel kamers het had enz.. Zij vertelt je ook dat zij er niet is geboren en dat zij het huis zelf nooit heeft gezien.
Is je moeder in jouw onderzoek een primaire of een secundaire bron? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

opdracht 5 A: is de volgende bron primair of secundair?:
je schoolboek over Egypte

Slide 18 - Open vraag

opdracht 5 B: is de volgende bron primair of secundair?:
een beschrijving van de rotsgraven in Egypte uit de 18e eeuw

Slide 19 - Open vraag

opdracht 5 C: is de volgende bron primair of secundair?:
een drieduizend jaar oud, in Egypte gevonden, dodenboek

Slide 20 - Open vraag

opdracht 5 D: is de volgende bron primair of secundair?:
een reconstructietekening van het binnenste van een piramide

Slide 21 - Open vraag

opdracht 5 E: is de volgende bron primair of secundair?:
een mummie uit het oude Egypte

Slide 22 - Open vraag

opdracht 5 F: is de volgende bron primair of secundair?:
een verfilming van de mythe van Isis en Osiris

Slide 23 - Open vraag

opdracht 5 G: is de volgende bron primair of secundair?:
een stuk papyrus waarop een handelscontract staat tussen twee kooplieden uit het oude Egypte

Slide 24 - Open vraag

herhalen/nabespreken

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ging het vandaag?
Wat ging er goed?
Wat kan er beter?

Dank jullie wel en tot de volgende les!

Slide 26 - Tekstslide

inloggen lessonup
download de lessonup app.
log in en voer je gebruikersnaam en wachtwoord in
voer daarna de klascode in:
voer daarna de lescode in (links onder in)

Slide 27 - Tekstslide