M0.3 Communicatie

Welkom!

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waarop let je als je iemand voor het eerst ziet?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

|Opdracht 1: hoe kom je over?

Slide 5 - Tekstslide

M0.3
Introductie communicatie
  • Communicatie is een heel belangrijk onderdeel van je werk
      als LVD;

  • Je communiceert de hele dag met collega's, passagiers, 
      indirecte collega's van andere bedrijven werkzaam in de
      luchtvaart;

  • Bij ieder contact laat je een indruk achter op een passagier.
      Deze indruk bepaalt mede hoe een passagier tegen een
      luchtvaartmaatschappij aankijkt;

  • Communiceren leer je vooral door te doen, uit je
     comfortzone te stappen en te ervaren.

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw module
  • 7 weken van 4 lesuren per week;

  • Theorie, veel oefenen, elkaar feedback geven  en reflecteren op je eigen
      manier van communiceren

  • Eindopdracht: presentatie over lichaamstaal

  • Beoordeling: individueel op basis van rubrics (lijst met criteria) 

Slide 7 - Tekstslide

(is achterin modulereader te vinden)

Slide 8 - Tekstslide

Criteria waarop gelet wordt tijdens de presentatie
Omgaan met feedback
Gesprek voeren
Beleefd 
Open houding
Respectvol
Manier van presenteren
Manier van spreken
Lichaamstaal
Reflecteren op eigen gedrag

Slide 9 - Tekstslide

Communicatie
Wat bedoelen we daar nu mee?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is communicatie?

Slide 11 - Open vraag

Communicatie is:


  • Het overdragen van informatie 
      tussen zender en ontvanger.


Slide 12 - Tekstslide

Het communicatieschema
Het communicatieschema
2. Boodschap en medium
Wat zeg ik?
5. Boodschap en medium
Wat zeg ik?
1. Coderen
Wat wil ik zeggen?
4. Coderen
Wat wil ik zeggen?
3. Decoderen
Wat bedoelt hij/zij?
6. Decoderen
Wat bedoelt hij/zij?

Slide 13 - Tekstslide

Coderen en decoderen
Coderen ("Hoe zal ik dat eens zeggen?")
  • Informatie die je wilt overdragen zet je om in een
     mededeling die de ontvanger begrijpt.

Decoderen ("Hoe komt de boodschap op mij over?")
  • De interpretatie. Het ontvangen van de boodschap wordt
      beïnvloedt door allerlei factoren.

Slide 14 - Tekstslide

De gekleurde bril van de ontvanger
Wat kan de interpretatie van de
boodschap beïnvloeden??

Slide 15 - Woordweb

De gekleurde bril van de ontvanger
Wat kan de interpretatie een boodschap beïnvloeden?

  • Cultuur
  • Opvoeding
  • Vooroordelen
  • Interesse
  • Stemming
  • Eerdere ervaringen
  • Tijdsdruk
  • Andere omgevingsfactoren zoals...?

Slide 16 - Tekstslide

  • Zender en ontvanger hebben
    het over hetzelfde
  • Zender en ontvanger hebben 
    het niet over hetzelfde
Communicatieproces in beeld: zender en ontvanger

Slide 17 - Tekstslide

Boodschap en Medium
Boodschap
  • Inhoud (dat wat je zegt)
  • Bedoeling (waarom zeg je het)

Hoe breng je de boodschap over? 
  • Intonatie, klemtoon, gebaren, non-verbaal... etc.

Medium
  • = middel om de boodschap over te brengen (mondeling, schriftelijk, email, telefoon, snapchat, instagram, tv, vlog, filmpje via YouTube... etc.).

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Tekst
Tekst
Waarden
Normen
geduld, respect
behulpzaamheid
vriendelijkheid

Slide 21 - Sleepvraag

Waarden
Een waarde is iets dat je belangrijk vindt, bijvoorbeeld:

  • vriendelijkheid
  • beleefdheid
  • verdraagzaamheid
  • behulpzaamheid
  • gehoorzaamheid

Slide 22 - Tekstslide

Normen
  • Normen ontstaan door waarden.

  • Het zijn een soort ongeschreven spelregels. 

  • Normen staan voor wat je normaal vindt. 

Slide 23 - Tekstslide

Ga naar de volgende link en maak de test:
  • https://www.123test.nl/persoonlijke-waarden-test/;

  • vergelijk jouw persoonlijke waarden met de andere
     klasgenoten;

  • waarom kunnen deze waarden van elkaar verschillen?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Oefening waarnemen
  • Let zo dadelijk goed op de persoon die de
     klas binnenkomt en schrijf alles op wat je waarneemt.

  • Je hebt hiervoor 2 minuten.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video