Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
inversie en voegwoorden
inversie en voegwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
inversie en voegwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Welke zin is goed?
A
Gisteren ik liep om 3 uur naar huis.
B
Gisteren liep ik om 3 uur naar huis.
C
Gisteren liepen ik om 3 uur naar huis.
D
Gisteren naar huis liep ik om 3 uur.
Slide 2 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Naar huis liep ik gisteren om 3 uur.
B
Naar huis ik liep gisteren om 3 uur.
C
Naar huis om 3 uur liep ik gisteren.
D
Naar huis gisteren liep ik om 3 uur.
Slide 3 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
De les begint hoe laat in klas 2A op maandag?
B
Hoe laat de les begint op maandag in klas 2A?
C
Hoe laat begint de les op maandag in klas 2A?
D
Begint de les op maandag in klas 2A hoe laat?
Slide 4 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Ik drink mijn koffie 's ochtends in de keuken?
B
In de keuken drink ik 's ochtends mijn koffie?
C
Mijn koffie drink ik 's ochtends in de keuken?
D
Drink ik mijn koffie 's ochtends in de keuken?
Slide 5 - Quizvraag
en, maar, want, dus, of zijn.....
A
lidwoorden
B
vraagwoorden
C
voegwoorden
D
plaatsbepalingen
Slide 6 - Quizvraag
Maar geeft een .............. aan
A
keuze
B
gevolg
C
reden
D
tegenstelling
Slide 7 - Quizvraag
Want geeft een .............. aan
A
keuze
B
gevolg
C
reden
D
tegenstelling
Slide 8 - Quizvraag
Of geeft een .............. aan
A
keuze
B
gevolg
C
reden
D
tegenstelling
Slide 9 - Quizvraag
Dus geeft een .............. aan
A
keuze
B
gevolg
C
reden
D
tegenstelling
Slide 10 - Quizvraag
Het regent hard buiten, ............ ik neem mijn paraplu mee.
A
maar
B
want
C
dus
D
of
Slide 11 - Quizvraag
Het regent hard buiten, ............ ik ga toch buiten voetballen.
A
maar
B
want
C
dus
D
of
Slide 12 - Quizvraag
Ik ren snel naar de bus, ............ ik ben te laat van huis vertrokken.
A
maar
B
want
C
dus
D
of
Slide 13 - Quizvraag
welke zin is goed?
A
Ik koop een broodje, want honger ik heb.
B
Ik koop een broodje, want ik heb honger.
C
Ik koop een broodje, maar ik heb honger.
D
Ik koop een broodje, maar honger ik heb.
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Groep 5-6 | taal | voegwoorden
August 2024
- Les met
47 slides
door
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E
Nederlands Le/Lu Les 2
November 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
hoofd- en bijzinnen
March 2023
- Les met
18 slides
NT2
WO
Studiejaar 1
want en omdat
May 2024
- Les met
20 slides
NT2
ISK
want en omdat
April 2024
- Les met
20 slides
NT2
ISK
voegwoorden
October 2023
- Les met
27 slides
Conjuncties TaalCompleet A2
January 2025
- Les met
12 slides
NT2
Middelbare school
voegwoorden van de hoofdzinnen en andere voegwoorden
October 2023
- Les met
10 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2