Spreekopdracht mijn huis

Zelfstandig werken aan de spreekopdracht


Je werkt zelfstandig verder met de voorbereiding van de spreektoets over vrije tijd of je huis. 

Ik deel deze les met jullie om zelfstandig door te werken.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandig werken aan de spreekopdracht


Je werkt zelfstandig verder met de voorbereiding van de spreektoets over vrije tijd of je huis. 

Ik deel deze les met jullie om zelfstandig door te werken.

Slide 1 - Tekstslide

Deadline inleveren 4 juni
Uiterlijk woensdag 4  juni 
lever je de 
video van je spreekopdracht
digitaal in via Teams opdrachten
Uitleg Spreekopdracht
Hier kun je de hele uitleg van de spreekopdracht nog een keer nalezen

Slide 2 - Tekstslide

Kapitel 7 Wohnen 
Op Seite 58 vind je de woordenlijst over wonen
Op Seite 48 vind je de zinnen over wonen

In de les oefen je met zinnen die je kunt gebruiken in je video presentatie. Gebruik je boek om dingen op te zoeken, soms staan de bladzijdes (Seite) erbij. 

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik een woordenboek
Als je een online woordenboek gebruikt, let dan goed op dat je de juiste vertaling vind. 
Google translate geeft altijd maar 1 optie (soms de foute)
Als je uitmuntend.de gebruikt kun je zelf de juiste vertaling kiezen.

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik een woordenboek
Klik op de link en zoek de volgende woorden op:
Tik ze 1 voor 1 in op de volgende dia's 
zolder
rijtjeshuis




Slide 5 - Tekstslide

Wat is de vertaling van zolder?
typ de 2 vertalingen die je vindt

Slide 6 - Open vraag

Wat is de vertaling van rijtjeshuis?
typ de 2 vertalingen die je vindt

Slide 7 - Open vraag

Gebruik hier google translate:
Wat is de vertaling van bijkeuken?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de vertaling van eengezinswoning?
A
Hausboot
B
Hochhaus
C
Einfamilienhaus
D
Wohnung

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de vertaling van flat?
A
Hausboot
B
Hochhaus
C
Einfamilienhaus
D
Wohnung

Slide 10 - Quizvraag

Ich wohne auf einem Hausboot
In wat voor huis woon jij? Gebruik Seite 48

Slide 11 - Open vraag

Met wie woon je in huis? 
Vertel in het Duits met wie je in huis woont. Waarschijnlijk ken je de woorden voor je familieleden nog, kijk anders eens terug in Kapitel 2. Wil je ook je huisdieren noemen? Die staan in Kapitel 4. 

Ich wohne zusammen mit meine Eltern, meine Schwester und mein Bruder = Ik woon samen met mijn ouders, mijn zus en mijn broer. 
Ich habe auch eine Katze / ein Hund = Ik heb ook een kat / hond

Slide 12 - Tekstslide

Ich wohne mit meinem Freund und zwei Kinder.
Met wie woon jij? Gebruik Seite 48

Slide 13 - Open vraag

Hoe ziet je huis of kamer er uit? 
Seite 48/58
alt - oud
neu - nieuw
schön - mooi
klein - klein
dunkel - donkel
hell - licht
gemütlich - gezellig 

Slide 14 - Tekstslide

Mein Haus ist groß und gemütlich.
Hoe is jouw huis?

Slide 15 - Open vraag

Zeg in het duits: hier is mijn slaapkamer

Slide 16 - Open vraag

Zeg in het duits: hier is de keuken

Slide 17 - Open vraag

Die Farben (de kleuren)
Je kunt ook kleuren gebruiken
om je huis of kamers te
beschrijven. 
Hier zie je een afbeelding met 
de belangrijkste kleuren. 

De muur is groen = 
Die Wand ist grün 

Slide 18 - Tekstslide

Zeg in het Duits welke kleur jouw kamer heeft

Slide 19 - Open vraag

Heb je ook een tuin? Die kun je in de video ook laten zien. Typ hier 2 dingen die in jouw tuin staan (in het Duits)

Slide 20 - Open vraag

De meubels 
Vertel over de meubels
die in jouw kamer
(of een andere kamer)
staan. 

In meinem Zimmer steht
ein Bett, ein Schrank, 
und ein Schreibtisch

Slide 21 - Tekstslide

Noem 3 meubelstukken die in jouw kamer staan in het Duits

Slide 22 - Open vraag

Boven en beneden
Oben und unten

Is jouw kamer boven? Of beneden? 
Is de keuken boven of beneden?
Is de badkamer boven of beneden? 

Mein Zimmer ist oben = mijn kamer is boven
Das Badezimmer ist oben = de badkamer is boven
Unten ist die Küche = beneden is de keuken

Slide 23 - Tekstslide

Waar is jouw kamer? boven of beneden?

Slide 24 - Open vraag

Meer informatie
Hoe lang woon je hier al?
Vind je het huis leuk/mooi?
Wat zou je nog graag in je huis willen hebben? 


Op de volgende dia's geef je antwoord op deze vragen. 

Slide 25 - Tekstslide

Hoe lang woon je hier al?
Wie lange wohnst du schon hier? 

Ich wohne hier seit drei Jahre - Ik woon hier sinds drie jaar
Ich wohne hier seit ich sechs Jahre alt bin - Ik woon hier sinds ik zes jaar oud ben
Wir sind einmal umgezogen - wij zijn een keer verhuisd

Slide 26 - Tekstslide

Hoe lang woon je al in dit huis?

Slide 27 - Open vraag

Waarom is je huis (niet) leuk?
omdat = weil
Ich liebe mein Haus, weil es mein Zuhause ist.
Ich finde mein Haus blöd, weil es zu klein ist.
Mein Haus ist das Beste!! Es ist gemütlich und schön
Mein Haus ist toll, weil es groß ist.

Of verzin zelf nog een reden

Slide 28 - Tekstslide

Vind je het huis leuk/mooi?

Slide 29 - Open vraag

Zeg in het duits waarom je jouw huis (niet) leuk vind:

Slide 30 - Open vraag

Wat zou je nog graag in je huis willen hebben? 
Misschien mag je dit niet, is het te duur, of te groot. 
Maar wat zou je (later) in huis willen hebben?
- Ich will gerne ein Schwimmbad im Garten (zwembad)
- Ich möchte ein Jacuzi haben
- Ich will / ich möchte ein eigen Fernseher (tv) haben
- Ich möchte ein Schlagzeug haben (drumstel)

Slide 31 - Tekstslide

Wat zou je nog graag in je huis willen hebben?

Slide 32 - Open vraag

Werk verder ....
Als je al deze vragen doorlopen hebt, kun je al veel vertellen over je huis. Je kunt de les terugkijken en doorbladeren en de zinnen die je gemaakt hebt overschrijven in je schrift of kopieren naar Word. 
Lees de tekst in het Duits een paar keer voor en kijk hoe lang het duurt. Als je nog geen 40 seconden tekst hebt moet je er nog meer bij verzinnen. 

Slide 33 - Tekstslide

Werk verder ....
Als je je tekst hebt uitgeschreven of getypt kun je het aan mij laten zien, dan geef ik feedback. 
Bedenk ook wat voor leuke, orginele beelden je kunt laten zien in je video. 
Neem je video op, zorg dat het 1 tot 1,5 minuut duurt. Je moet zelf 40 seconden spreken en daarbij in beeld zijn. 
Lever de video in via Teams 

Slide 34 - Tekstslide