Wisk 2.3

WISK-X 
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WISK-X 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Herhaling vorige week
Uitleg 2.2 en 2.3
opdrachten maken


Slide 2 - Tekstslide

Vlakke figuren bestaan uit lijnen
rechte lijn

gebogen lijn

evenwijdige lijnen

loodrecht 

Slide 3 - Tekstslide

Hoekpunten en zijden
Een vierkant heeft 4 hoekpunten


De lijnen tussen de hoekpunten noemen we zijden.


- Hoeveel zijden heeft een vierkant?
- Welke vlakke figuren hebben ook 4 hoekpunten? 

Slide 4 - Tekstslide

Diagonaal
Een diagonaal is een lijn tussen twee hoekpunten die niet naast elkaar liggen. 

Kijk maar:



- Welk figuur zie je hiernaast?
- Hoeveel diagonalen heeft dit figuur?
Een rechthoek heeft dus twee diagonalen. 

Slide 5 - Tekstslide

Overstaande zijden

Slide 6 - Tekstslide

Cirkel: middelpunt - diameter - straal
Een cirkel heeft geen hoeken, dus ook geen diagonalen. 
Een cirkel heeft wel een middelpunt, een diameter en een straal. 

Slide 7 - Tekstslide

Tegenover elkaar

Slide 8 - Tekstslide

8 vlakke figuren

Slide 9 - Tekstslide

Dit vlakke figuur heet: ellips


Slide 10 - Tekstslide

Soorten hoeken

Slide 11 - Tekstslide

1

2
3
4
5
6
vlieger
rechthoek
cirkel
ellips
trapezium
(rechthoekige)
driehoek

Slide 12 - Sleepvraag

Les 2.3 
Wiskundewoorden 

Slide 13 - Tekstslide

Liniaal
Met een liniaal kan je meten.
Met een liniaal kan je rechte lijnen tekenen.

Slide 14 - Tekstslide

Geodriehoek
Met een geodriehoek kan je hoeken meten en tekenen.
Je kan met een geodriehoek ook meten en rechte lijnen tekenen

Slide 15 - Tekstslide

Ruitjespapier
Dit papier gebruik je bij Rekenen en Wiskunde.

Slide 16 - Tekstslide

Rekenmachine
Met een rekenmachine kan je berekeningen maken

Slide 17 - Tekstslide

Windroos
Met een windroos kan je windrichtingen aflezen:
Noord - Oost - Zuid - West

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Met een ................ kan je rechte lijnen tekenen
A
Liniaal
B
Geodriehoek
C
Windroos
D
Passer

Slide 20 - Quizvraag

Met een ........... kan je hoeken meten
A
Liniaal
B
Geodriehoek
C
Windroos
D
Passer

Slide 21 - Quizvraag

Waarmee kan je cirkels tekenen?

Slide 22 - Open vraag

Welk papier gebruik je bij wiskunde?
A
Rijtjespapier
B
Lijntjespapier
C
Ruitjespapier
D
Rietjespapier

Slide 23 - Quizvraag


A
Rekenmachine
B
Calculator
C
Passer
D
Keyboard

Slide 24 - Quizvraag

Welke windrichting hoort er bij 1.
A
zuid
B
west
C
oost
D
noord

Slide 25 - Quizvraag

Welke windrichting hoort er bij 4.
A
zuidoost
B
noordoost
C
zuidwest
D
noordwest

Slide 26 - Quizvraag

Welke windrichting hoort er bij 5.
A
zuid
B
west
C
oost
D
noord

Slide 27 - Quizvraag

Welke windrichting hoort er bij 3.
A
zuid
B
west
C
oost
D
noord

Slide 28 - Quizvraag

Welke windrichting hoort er bij 7.
A
zuid
B
west
C
oost
D
noord

Slide 29 - Quizvraag

De windrichting van
de gele pijl is
A
NNO
B
NOO
C
ONN
D
ONO

Slide 30 - Quizvraag

Uitrekenen / Berekenen 
Ik reken de som uit in mijn hoofd.
Ik bereken de som in mijn hoofd.

Ik reken de som uit met een rekenmachine.
Ik bereken de som met een rekenmachine. 

                                     

Slide 31 - Tekstslide

Uitrekenen / Berekenen 
Bij berekenen of uitrekenen moet het antwoord
PRECIES of EXACT goed zijn

   75 + 25 = 100

Slide 32 - Tekstslide

Op de tafel van Maria liggen 12 potloden. Op de tafel van Asra liggen 4 potloden. Hoeveel potloden zijn er in totaal?
A
12-4=8
B
12+4=16
C
12:4=3
D
12x4=48

Slide 33 - Quizvraag

Er zijn 10 koekjes. Merel eet er 2 op, Abel eet er 4 op. Hoeveel zijn er over?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 34 - Quizvraag

Er liggen 12 tassen in de klas.
In elke tas zitten 2 pennen.
Hoeveel pennen zijn er totaal?

Slide 35 - Open vraag

Er zitten 14 leerlingen in de klas.
Elke leerling krijgt 3 velletjes papier.
Hoeveel totaal?

Slide 36 - Open vraag

Schatten
- Ik reken de som uit, maar niet precies.
- Ik schat het antwoord. 
- Het antwoord moet ongeveer goed zijn. 

                                74 + 27 100
                                74 + 27
= 101
                                                                    ≈  betekent : ONGEVEER (BIJNA)

Slide 37 - Tekstslide


1003 ≈
A
1000
B
1005
C
1010

Slide 38 - Quizvraag

28 ≈
A
25
B
29
C
30
D
50

Slide 39 - Quizvraag

9761 ≈
A
9000
B
9500
C
9700
D
10000

Slide 40 - Quizvraag

SCHAT het antwoord!
19 x 2 ≈
A
38
B
40
C
45
D
50

Slide 41 - Quizvraag

SCHAT het antwoord!
32+19≈
A
40
B
45
C
50
D
51

Slide 42 - Quizvraag

SCHAT het antwoord!
24 : 5 ≈

Slide 43 - Open vraag

SCHAT het antwoord!
12 x 9 ≈

Slide 44 - Open vraag

Tekenen en schetsen
Tekenen doe je met een lineaal.




                                                                  Schetsen doe je zonder lineaal.  

Slide 45 - Tekstslide


A
Schets
B
Tekening

Slide 46 - Quizvraag


A
Schets
B
Tekening

Slide 47 - Quizvraag


A
Schets
B
Tekening

Slide 48 - Quizvraag