Schoonmaakmiddelen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je doet olie, ether en water in een erlenmeyer.
Daarna sluit je de erlenmeyer af met een stop en
schud hem langdurig. Als je de erlenmeyer even
laat staan ziet je twee lagen, zie de tekening. Welke
van de conclusies is op grond van deze proef juist?
A
ether en olie zijn hydrofiel
B
olie is hydrofiel en ether is hydrofoob
C
ether en olie zijn hydrofoob
D
olie is hydrofoob en ether is hydrofiel

Slide 2 - Quizvraag

Zeep verwijdert vuil en vetvlekken.
Bij het wassen hechten
zeepdeeltjes aan vuildeeltjes.
Welke tekening is juist?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4

Slide 3 - Quizvraag

Voor het schoonmaken van je huid kan je reinigingsmelk gebruiken. Deze bestaat onder andere uit water en olie.
Hoe heet een mengsel van water en olie?

Slide 4 - Open vraag

Schoonmaakmiddelen

Slide 5 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen
  1. = megsels, afhankelijk van DOEL
  2. Vaak giftige/schadelijke stoffen
  3. Niet mengen
  4. Altijd etiket lezen

Slide 6 - Tekstslide

Inkt
Nagellak
vet
verf
Kleurstof
aceton

spiritus
wasbenzine
Terpentine
waterstofperoxide

Slide 7 - Sleepvraag

Brandbare schoonmaakmiddelen
  • vlekken verwijderen
  • = extractiemiddelen
  • giftig
  • verdampen makkelijk!
    1 vonkje -> steekvlam!

Slide 8 - Tekstslide

Schoonmaken met chemische reacties
  • gootsteenontstopper
  • ontkalker
  • bleekmiddelen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Zure schoonmaakmiddelen

- azijnzuur

- mierenzuur

- HCl(g) --> in water = zoutzuur


bv. ontkalkers

Basische schoonmaakmiddelen

- ammoniak

- soda

- NaOH(s)


bv. ontvetters

tasten de huid aan!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

indicatoren = tonen aan of bepaalde stof aanwezig is
pH-indicatoren:
  • rode koolsap (zuur = rood, base = groen)
  • rood lakmoes (= rood bij zuur of neutraal)
  • blauw lakmoes(= blauw bij base of neutraal)
  • universeel indicator papier 

Slide 13 - Tekstslide

pH-waarde
  • = hoe zuur of base iets is
  • schaal tussen 0 en 14
  • zuiver water = 7 = neutraal
  • <7 = zuur
  • >7=base
  • <3 & >11 = aggressief
  • base in neutraal = daalt pH
  • zuur in neutraal stijgt pH

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de pH waarde van basische oplossingen?
A
een waarde tussen de 7 en 14. (hoe basischer, hoe hoger de pH).
B
een waarde tussen de 10 en 14. ( hoe basischer, hoe hoger de pH).

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de pH waarde van zure oplossingen?
A
kleiner dan 14. (hoe zuurder, hoe lager de pH).
B
kleiner dan 7.(Hoe zuurder, hoe lager de pH).

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de PH waarde van de huid?
A
4.0
B
5.5
C
6.5
D
7.0

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer is een stof pH neutraal?
A
Bij een pH waarde van 7
B
Bij een pH hoger dan 7
C
Bij een pH waarde lager dan 7

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een pH(of zuurgraad) -waarde?
A
Een waarde waarmee je kunt aangeven hoe zuur of hoe basisch een stof is.
B
Een rekensom waarmee je kunt aangeven hoe zuur of hoe basisch een stof is.

Slide 19 - Quizvraag

Een stof met een pH waarde van 12 is een
A
zuur
B
base

Slide 20 - Quizvraag

Met een lage pH-waarde kan ik ...
A
Ontvetten
B
Ontkalken
C
ramen lappen
D
marmeren vloeren reinigen

Slide 21 - Quizvraag

Stel je neemt 50 mL van een zure oplossing
met pH 4.
Hierbij doe je 50 mL demiwater.
Wat gebeurt er met de pH?
A
De pH daalt maar wordt niet lager dan 0
B
De pH stijgt maar wordt niet hoger dan 7
C
De pH daalt maar je kan niets zeggen over de nieuwe pH
D
De pH stijgt maar je kan niets zeggen over de nieuwe pH

Slide 22 - Quizvraag

Met wat voor een stof kun je apparaten ontkalken?

Slide 23 - Open vraag

De pH van cola is ongeveer 3.
Toch smaakt cola niet zuur.
Hoe komt dat?

Slide 24 - Open vraag

Waarvoor gebruik je basen bij schoonmaken?
A
ontkalken
B
ontkleuren
C
ontvetten

Slide 25 - Quizvraag

Welke stof is agressiever?
A
zeep (pH=9,5)
B
ovenreiniger (pH=13)

Slide 26 - Quizvraag

Een stof met pH=5 is een ...
A
zuur
B
base
C
neutrale stof

Slide 27 - Quizvraag

Welke kleur heeft rodekoolsap als je er azijnzuur aan toevoegt?
A
groen
B
rood

Slide 28 - Quizvraag

Als je een oplossing hebt van zeep (dus een basische oplossing) en daar steeds een beetje zuur bij doet,
kan je dan een neutrale oplossing krijgen?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag