HS 1 herhaling

aardrijkskunde
Herhaling lessen van de afgelopen weken.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

aardrijkskunde
Herhaling lessen van de afgelopen weken.

Slide 1 - Tekstslide

Laten we eens oefenen....
Wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Topografische kennis van de wereld is ook nodig.
We kijken samen naar de kaart van de wereld.
Weet je het nog?
Landen, gebergten, oceanen....

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Onderdelen uit hoofdstuk 1:
Natuurlandschap, ingericht landschap
Absolute en relatieve afstand
Soorten kaarten
Inzoomen en uitzoomen
Lengtegraden en breedtegraden
Schaal

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je kennen over plaatsbepaling?
breedtegraden = parallellen
lengtegraden = meridianen
belangrijkste breedtegraad = evenaar = 0 graden
belangrijkste lengtegraad = nulmeridiaan (Greenwich) = 0 graden/ 180 graden
Noorderbreedte - Zuiderbreedte
Westerlengte - Oosterlengte
Noordpool en Zuidpool = 90 graden

Slide 7 - Tekstslide

Heb je daar een plaatje van?
Ja!
zie volgende dia....

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

quizvragen!

Slide 11 - Tekstslide

Uit Hfst. 1:
Wat is een natuurlandschap?
A
Landschap. Waar de mens niks aan gedaan heeft
B
Landschap waar de mens natuur heeft gemaakt.
C
Landschap waar de dieren leven
D
Landschap op een schilderij

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn inrichtingselementen?
A
Meubels in je huis
B
Huizen, wegen, leidingen, bruggen enz.
C
Oceanen, rivieren, bergen, woestijnen
D
Kaarten, legenda, atlas enz.

Slide 13 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de bevolkingsdichtheid van een land?

Slide 14 - Open vraag

In Canada is de bevolkingsspreiding:
A
Gelijk
B
Ongelijk
C
Gemiddeld
D
Minder dan 10 per km2

Slide 15 - Quizvraag

Welk deel van Canada is dichtbevolkt?
A
Het binnenland
B
Het westen
C
Het oosten
D
Het noorden

Slide 16 - Quizvraag

Wat laat de schaal van een kaart zien?
A
Hoeveel het gebied is vergroot
B
Hoeveel fruit erin past
C
Hoeveel een gebied is verkleind
D
Wat de legenda betekent

Slide 17 - Quizvraag

Reken uit:
Schaal = 1 : 150.000
2 cm op de kaart is dan in werkelijkheid ... Km

Slide 18 - Open vraag

Nederland ligt op het
A
zuidelijk halfrond
B
noordelijk halfrond
C
oostelijk halfrond
D
westelijk halfrond

Slide 19 - Quizvraag

Welke afstand kan veranderen, absoluut of relatief?

Slide 20 - Open vraag

In Canada vind je vooral:
A
Ingerichte landschappen
B
Natuurlandschappen

Slide 21 - Quizvraag

Nederland ligt op
A
noorderlengte
B
westerlengte
C
zuiderlengte
D
oosterlengte

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?
A
Er is geen verschil
B
Absoluut is afstand in tijd, relatief is afstand hemelsbreed
C
Absoluut is hemelsbreed, relatief is afstand in tijd
D
Absoluut is in kilometers, relatief is in procenten

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video