2M 29 juni 2022 / 2B2 + 2B4 28 juni 2022

Les vandaag
- terugblikken op deelonderwerp, de opbouw van een tekst, kernzin en hoofd- en bijzaken.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les vandaag
- terugblikken op deelonderwerp, de opbouw van een tekst, kernzin en hoofd- en bijzaken.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- kun je de kernzin in een alinea aanwijzen;
- kun je benoemen wat hoofd- en bijzaken zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Tekstsoorten
- informerende tekst
- uitleggende tekst
- amuserende tekst
- aansporende tekst
- overtuigende tekst

Slide 3 - Tekstslide

Tekstvormen en tekstdoelen
doelen: informeren, uitleggen, amuseren, aansporen of overtuigen

Tekstvormen? 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een deelonderwerp ook alweer?

Slide 5 - Open vraag

Deelonderwerp?
Onderwerp:
Waar gaat deze tekst over?
Deelonderwerp:
Waar gaat deze alinea over?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 7 - Quizvraag

Wat weet je van het begrip: kernzin?

Slide 8 - Woordweb

Hoofdzaken, bijzaken en kernzin
Niet alle informatie in een tekst is even belangrijk. De belangrijkste informatie noem je de hoofdzaak. De minder belangrijke dingen zijn bijzaken. De bijzaken helpen je om de tekst beter te begrijpen of ze maken de tekst leuker om te lezen.

In een alinea staat de hoofdzaak meestal in de eerste of de laatste zin. Dat is de kernzin. In de andere zinnen staan bijzaken. Ze geven uitleg of voorbeelden bij de kernzin.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een kernzin?
A
Belangrijkste zin van een tekst.
B
Belangrijkste zin van een alinea.
C
Belangrijkste zin van de inleiding.
D
Belangrijkste zin van het slot.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
hetzelfde als de hoofdgedachte
B
conclusie van de tekst
C
belangrijkste zin van een alinea
D
belangrijkste zin van de tekst

Slide 12 - Quizvraag

Welk antwoord klopt niet over de opbouw van een alinea?
A
alinea = kernzin + uitleg
B
alinea = kernzin + toelichting
C
alinea = uitleg + kernzin
D
alinea = kernzin + belangrijkste informatie

Slide 13 - Quizvraag

Welke opbouw heeft een alinea?
A
de kernzin, daarna uitleg
B
uitleg, daarna de kernzin
C
de kernzin, daarna voorbeelden
D
voorbeelden, daarna de kernzin

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de kernzin in deze alinea?
Lees alinea 2 nog eens.

'Is dat niet saai, steeds weer diezelfde route en die constante files? ‘Onzin’, vindt Derks. ‘Ik neem spannende zijweggetjes om files te vermijden. Vaak rijd ik naar Parijs, maar ik kom ook veel in Duitsland. Ook rijd ik in eigen land als er een trein uitvalt. Ik ontmoet veel nieuwe mensen. Soms mag ik mee naar een museum of tentoonstelling, heel gezellig! Meestal slaap ik in een hotel, met ’s ochtends uiteraard een goed ontbijt.’ Zelf vindt hij zijn werk juist afwisselend'.

Slide 15 - Tekstslide

Alle informatie in een tekst is even belangrijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link

De belangrijkste informatie noem je de hoofdzaak.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De kernzin van een alinea is meestal de eerste of de laatste zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link

Instructie 
maken blok 4. Lezen 
4.14

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide