Meldcode en privacy
1 / 27
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een meldcode?
A
Een code waarin staat dat je moet melden als je signalen ziet of hoort
B
Een code waarin het meldrecht naar veilig thuis is vastgelegd
C
Een stappenplan om alle vormen van huiselijk geweld te voorkomen of stoppen
D
Een stappenplan om kindermishandeling te stoppen of voorkomen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het doel van de meldcode
A
voorkomt huiselijk geweld
B
ondersteund professionals bij het handelen bij signalen van huiselijk geweld.
C
informatie over vormen van huiselijk geweld
D
signaleerd en handelt bij vormen van huiselijk geweld
Slide 5 - Quizvraag
Welke vormen van huiselijk geweld vallen onder de meldcode?
A
Partner- en eergeweld, fraude, Kinder- en ouderen mishandeling, meisjesbesnijdenis
B
Partner- en eergeweld, Kinder- en ouderen mishandeling, geweld tussen cliënten.
C
Burenruzies, Kinder- en ouderen mishandeling, meisjesbesnijdenis
D
Partner- en eergeweld, Kinder- en ouderen mishandeling, meisjesbesnijdenis
Slide 6 - Quizvraag
Wat is stap 1 van de meldcode
A
Ga in gesprek met de betrokkenen en/of jeugdige.
B
overleg met deskundige professionals en/of veilig thuis
C
Breng signalen in kaart
D
Weeg de onveiligheid of het geweld en beslis over melden en hulpverlenen.
Slide 7 - Quizvraag
Bij wie voeren professionals de kindcheck uit?
A
Bij volwassenen
B
Bij volwassenen en kinderen
C
Bij volwassenen en adolescenten
D
Bij iedereen van 1 tot 100
Slide 8 - Quizvraag
Wat is stap 2 van de meldcode?
A
Ga in gesprek met de betrokkenen en/of jeugdige.
B
overleg met deskundige professionals en/of veilig thuis
C
Breng signalen in kaart
D
Weeg de onveiligheid of het geweld en beslis over melden en hulpverlenen.
Slide 9 - Quizvraag
Welke uitspraak over veilig thuis is waar?
A
Iedereen kan veilig thuis contacten, ook kinderen
B
Alleen volwassenen vanaf 18 jaar kunnen Veilig Thuis contacten
C
Voor de betrokkene maakt het niet uit of je anoniem meldt.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat staat er in een beroepscode?
A
Welke arbeids-omstandigheden wenselijk zijn.
B
Hoe het organogram van een onderwijsorganisatie werkt.
C
Welke wetten en regelgeving er op het beroep van toepassing zijn.
D
Hoe mensen zich binnen dat beroep in bepaalde situaties moet gedragen
Slide 14 - Quizvraag
Zwijgrecht is hetzelfde als zwijgplicht.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Ethiek is het tegenovergestelde van empathie.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Welke 3 aspecten horen bij grondhouding en beroepshouding?
A
gevoelsmatig, verstandelijk, fysiek
B
verstandelijk, fysiek, ethisch
C
gevoelsmatig, verstandelijk, ethisch
Slide 17 - Quizvraag
Mag je zomaar persoonsgegevens doorsturen van een leerling naar een collega?
A
Ja!
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Mag je leerling gegevens doorsturen naar de leerkracht voor de overdracht naar volgend schooljaar?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Mag je een observatieformulier met naam en gegevens op een usb stick zetten en mee naar huis nemen?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Na hoeveel jaar moet een leerlingdossier verwijderd worden nadat zij de schoolverlaat?
A
2 jaar
B
4 jaar
C
6 jaar
D
8 jaar.
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Mag je van een leerling jonger dan 16 jaar zonder toestemming van ouders beeldmateriaal maken?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Integriteit
Betrokkenheid
Empathie
assertiviteit
representatief
Slide 24 - Sleepvraag
Wanneer begint de lente?
A
21 maart
B
21 juni
C
21 december
D
21 september
Slide 25 - Quizvraag
Hoe heet deze bloem?
A
tulp
B
narcis
C
roos
D
paardenbloem
Slide 26 - Quizvraag
4. In de lente vinden veel feestdagen plaats. Welke volgorde klopt?
A
Pasen - Koningsdag - Pinksteren - Hemelvaart
B
Koningsdag - Pasen - Pinksteren - Hemelvaart
C
Pasen - Hemelvaart - Koningsdag - Pinksteren
D
Pasen - Koningsdag - Hemelvaart - Pinksteren
