Week 45 - les 1

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Traduis: 44

Slide 2 - Open vraag

Traduis: 50

Slide 3 - Open vraag

Traduis: 27

Slide 4 - Open vraag

Traduis: 61

Slide 5 - Open vraag

Traduis: 39

Slide 6 - Open vraag

Aujourd'hui:
* Discuter les devoirs
* Les chiffres de 70 à 100
* La négation (ontkenning)
* Au travail
* Discuter l'interrogation de chapitre 2
* La fin

Slide 7 - Tekstslide

Ex. 24c (p. 82)
Sylvie: une pizza margherita
Mathis: un nouveau smartphone
Chloé: des baskets
Dylan: des macarons

Slide 8 - Tekstslide

Ex. 24d
  1. Dylan
  2. Mathis
  3. Chloé
  4. Sylvie
  5. Mathis
  6. Sylvie 

Slide 9 - Tekstslide

Ex. 25c
1. soixante = 60
2. cinquante-six = 56
3. trente-et-un = 31
4. vingt-sept = 27
5. quarante-trois = 43
6. trente-huit = 38
7. quarante-et-un = 41
8. soixante-six = 66

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg 70-100
Titel: getallen 70-100
Of ga verder bij de vorige aantekening over de getallen.

______________________________________________________________
Noteer zo datgene wat op de Lessonup staat. 

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg
70: soixante-dix (60 en 10)
71: soixante-et-onze (60 en 11)
72: soixante-douze (60 en 12)
73: soixante-treize (60 en 13)

Wat zou dan 78 zijn? 
Maak nu zelf de rest van de getallen af tot en met 79. 

Slide 12 - Tekstslide

Vervolg getallen
80: quatre-vingts (4 x 20) - let op: aan het einde een s
81: quatre-vingt-un (4x20+1) - let op: zonder et, GEEN s
82: quatre-vingt-deux (4x20+2) 
Zo gaat het verder tot en met 89. Probeer dit zelf in jouw schrift te zetten. Je mag dit met z'n tweeën doen.

Slide 13 - Tekstslide

Vervolg getallen
90: quatre-vingt-dix (4x20+10)
Er wordt dus verder geteld met 10, 11, 12 etc. Ditzelfde principe is ook bij de getallen van 70 t/m 79. (dit mag je opschrijven)
91: quatre-vingt-onze (4x20+11)
92: quatre-vingt-douze (4x20+12) etc.
Schrijf nu zelf tot en met 99 op. 
100: cent                                                                       Klaar? Maak ex. 27ac.

Slide 14 - Tekstslide

Ex. 31a (p. 88)

Slide 15 - Tekstslide

De ontkenning
Niet / geen = ne ... pas

Plek in de zin: ne (of n') staat voor de persoonsvorm, pas staat achter de persoonsvorm.
Ne of n' als de persoonsvorm met een klinker of h begint. 

Tu aimes la pizza.                              Tu n'aimes pas la pizza.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden:
Hoe kan je j'aime (ik houd van) ontkennend maken?

Hoe kan je c'est (het is) ontkennend maken? 

Maak ontkennend:
1. Elle trouve la solution.
2. J'adore les frites. 

Slide 17 - Tekstslide

Au travail!
* Faites ex. 32 et 33 (p. 89)
* Travail individuel ou à deux
* Temps: 10 minutes
* Prêt (klaar)? Apprends pour l'examen (leer voor proefwerkweek)


Slide 18 - Tekstslide

Discuter l'interrogation
* We bespreken het SO per opdracht
* Check of ik het goede puntenaantal bovenin heb neergezet, tel het na!
* Vragen? Stel ze! 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide