Grafieken quizzzz!!
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke sport doen de meeste jongens?
A
Zwemmen
B
Gym
C
Voetbal
D
Volleybal
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel kinderen doen er geen sport?
A
5 kinderen
B
3 kinderen
C
2 kinderen
D
1 kind
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Welke sport doet geen enkele jongen?
A
Voetbal
B
Gym
C
Zwemmen
D
Volleybal
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Welke twee sporten worden in groep 6 evenveel gedaan?
A
Gym en voetbal
B
Volleybal en gym
C
Zwemmen en gym
D
Zwemmen en volleybal
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Welke sport wordt in groep 6 het meeste gedaan?
A
Volleybal
B
Zwemmen
C
Voetbal
D
Gym
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Hoeveel kinderen zitten er in totaal in groep 6?
A
29 kinderen
B
30 kinderen
C
31 kinderen
D
27 kinderen
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Welke lijn in de grafiek zal de verkoop van kerstartikelen aangeven?
A
Lijn A
B
Lijn B
C
Lijn C
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
In welke maand wordt product A het meeste verkocht?
A
Mei
B
Juni
C
Juli
D
Augustus
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat kun je zeggen over de verkoop van product B?
A
De verkoop neemt sterk toe in de wintermaanden.
B
De verkoop daalt geleidelijk, richting het einde van het jaar.
C
De verkoop blijft het hele jaar ongeveer gelijk.
D
De verkoop piekt alleen in de zomer.
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Tussen welke maanden stijgt de verkoop van product A het snelst?
A
Februari en maart
B
Augustus en september
C
Juni en juli
D
April en mei
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Als jij een winkelier was, welk product zou jij in oktober extra inkopen?
A
Product A
B
Product B
C
Product C
