Onregelmatige werkwoord avoir

chapitre 1, grammaire H
Werkwijze:
In deze LessonUp kan je het grammatica-onderdeel avoir oefenen.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

chapitre 1, grammaire H
Werkwijze:
In deze LessonUp kan je het grammatica-onderdeel avoir oefenen.


Slide 1 - Tekstslide

grammaire H
Dit grammatica-onderdeel bestaat uit 2 delen. Het gaat namelijk om het onregelmatige werkwoord avoir (hebben).

Maar voor ik jullie aan kan leren wat een vorm van een werkwoord is, wil ik jullie eerst aanleren welke persoonlijke voornaamwoorden er in het Frans zijn.


Slide 2 - Tekstslide

Grammaire H:
persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud                          Meervoud
ik      =    je                       wij      =    nous
jij      =   tu                       jullie/u =    vous
hij      =   il                        zij (mnl.) =  ils
zij      =   elle                     zij (vrl.)  =  elles
men/we = on




Slide 3 - Tekstslide

Grammaire H:
het werkwoord avoir
Neem dit over in je aantekeningenschrift. Je moet dit werkwoord toe kunnen passen.


/u heeft

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire H:
praktische tip
Wanneer je in de zin niet een persoonlijk voornaamwoord ziet staan, is het soms lastig om te weten welke vorm je invult..
Daarom: een tip!

Bij 1 naam of een woord met le/la/l'/un/une: de il/elle/on-vorm:
vb LE garçon parle français


Bij 2 namen of een woord met les/des: de ils/elles-vorm
vb. LES filles parlent français

Slide 5 - Tekstslide


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Tu _______ une grande maison?

Slide 6 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

J' _______ une grande maison?

Slide 7 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Oui, on _____ une grande maison.

Slide 8 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Yvette ..... une tente?

Slide 9 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Nous_____ deux salles de bains.

Slide 10 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Et Paul & Simon ______ aussi une grande maison?

Slide 11 - Open vraag

Ik snap dit
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll