2.2 Fascisme en communisme Deel 1

H2 Tussen de oorlogen


2.2 Fascisme en Communisme Deel 1



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

H2 Tussen de oorlogen


2.2 Fascisme en Communisme Deel 1



Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie aangeven hoe in Italië de fascisten aan de macht komen, waar het fascisme voor staat en wat een totalitaire ideologie is.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Totalitaire ideologie
Wat is een totalitaire ideologie? 

Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.

Totalitaire ideologie:

Manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de ideeën van de partij die de macht heeft. 

Slide 4 - Tekstslide

Totalitaire ideologie
Kenmerken van een Totalitaire ideologie

  1. Een leider staat aan het hoofd van de macht
  2. Extreem nationalistisch
  3. De staat beheerst het leven en denken van het volk, alles wat wordt gepubliceerd of wordt gemaakt is goedgekeurd door de staat

Bestaat er nu nog een totalitaire ideologie? 

Slide 5 - Tekstslide

Video
Opkomend Fascisme in Italie - januari 2019

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Video
Wat is Fascisme?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Schrijf 3 kenmerken van het fascisme op.

Slide 10 - Open vraag


Benito Mussolini


Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)

Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, 
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 11 - Tekstslide

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 12 - Tekstslide

Video voor geïntreseerden
Speech Benito Mussolini


(bekijk zijn spreekstijl)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video


Fascisme

Fascisme is een politieke stroming, 
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd

De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is.

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden.


Slide 17 - Tekstslide

Video
Zondag met Lubach
China

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

  • Bijvoorbeeld: Er was te weinig gebiedsuitbreiding. Velen konden hun draai niet vinden in de maatschappij. Er was chaos met werkloosheid en stakingen. 
  • Fascisme was antidemocratisch, totalitair, gewelddadig en extreem nationalistisch
  • Bijvoorbeeld: Fascisten hielden een 'mars op Rome'. Mussolini dreigde de macht met geweld te grijpen als de regering niet aftrad. De koning benoemde toen Mussolini tot premier. 
  • In een totalitaire staat wil de overheid leven én denken van mensen beheersen. Dat lukt beter door indoctrinatie (systematisch ideeën opdringen). 
  • 10 Het idee van de grootheid van Mussolini werd met de grote M opgedrongen.
  • van een Romeins symbool voor staatsmacht: de fasces, een bundel roeden samengebonden rond een bijl.

Slide 20 - Tekstslide

  • Bijvoorbeeld: Fascisme is gewelddadig, want de jongeren hebben een uniform en geweren.
  • Fascisme is totalitair en nationalistisch
  • Bron 4 Uit ‘De fascistische leer’ (Mussolini, 1932)

    De staat leert mensen hun maatschappelijke
    plicht
    , maakt hen bewust van hun missie,
    roept ze
    op tot eenheid, brengt hun belangen bijeen, draagt
    prestaties op het gebied van wetenschap en kunst
    over naar volgende generaties, ontwikkelt de mens
    van het primitieve niveau van de stam naar de
    hoogste expressie van macht: het imperium.
    De staat geeft aan volgende generaties de namen
    door van leiders die het grondgebied vergrootten
    en van genieën die aan de glorie van de natie hebben
    bijgedragen.
    Naar: www. histotheek.nl (1 april 2014). 

Slide 21 - Tekstslide