H2 Milankovic en platentektoniek

Natuurlijke klimaatverandering oorzaken
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Natuurlijke klimaatverandering oorzaken

Slide 1 - Tekstslide

Vragen die je na de les kan beantwoorden
1) Wanneer is er sprake van een positieve of een negatieve terugkoppelingsmechanisme en wat heeft chemische verwering hier mee te maken?
2) Wat zijn de Milankovic-variabelen?
3) Wat zijn oorzaken natuurlijke klimaatverandering op de (1) lange (2) middellange (3) korte termijn? 


Slide 2 - Tekstslide

IJstijden en Milankovic
Ontstaan ijstijden heeft 2 belangrijke oorzaken:
- Ligging van de continenten --> Waardoor veranderen deze?
- Milankovic variabalen

Slide 3 - Tekstslide

Waardoor veranderen de ligging van de continenten?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Divergent

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe verder van de MOR hoe ouder de oceaanvloer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Kaart

Platentektoniek

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Transforme breukzones: Ook bij MOR!

Slide 15 - Tekstslide

Divergentie
Jonge plaat bij MOR

Slide 16 - Tekstslide

IJstijden en Milankovic
Ontstaan ijstijden heeft 2 belangrijke oorzaken:
- Ligging van de continenten
- Milankovic variabalen --> wat zijn deze?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Milankovic; als alles samen valt

Slide 19 - Tekstslide

Milankovic variabelen

  1. Excentriciteit: cirkelvormige baan aarde
  2. Scheefheid: scheve stand aardas
  3. Precessie: tollende beweging aarde

Slide 20 - Tekstslide

Precessie
De schommeling van de aardas, de aarde draait niet helemaal strak om zijn as. Winter en zomer worden hierdoor op een ander punt van de baan van de aarde om de zon bereikt.
Treedt op om de 19.000 tot 23.000 jaar.
Momenteel staat de aarde in januari het dichtst bij de zon en in juli het verst weg. Over ongeveer 10.000 jaar is dit omgekeerd.

Slide 21 - Tekstslide

Scheefstelling
De hoek van de aardas ten opzichte van de baan om de zon.
De scheefstelling varieert in een periode van 41.000 jaar tussen 21,5° en 24,5°.
Momenteel is de helling 23,5°.
Hoe steiler de hoek, hoe groter het verschil tussen zomer en winter.

Slide 22 - Tekstslide

Excentriciteit
De ellipsvormige baan van de aarde om de zon wisselt om de 100.000 tot 400.000 jaar.
Soms ellipsvormig, soms cirkelvormig.
Momenteel bijna cirkelvormig, in juli is de aarde het verst van, in januari het dichtst bij de zon. In januari 7% meer zonne-energie dan in juli.
Meer ellipsvormig betekent een groter verschil in de ontvangst van zonne-energie.

Slide 23 - Tekstslide

Natuurlijke klimaatverandering oorzaken

Slide 24 - Tekstslide

Negatieve terugkoppeling? Opwarming
Positieve terugkoppeling? Afkoeling
Albedo?

Slide 25 - Tekstslide

Terugkoppelingen:
 klimaatverandering versnelt of vertraagt zichzelf
  • Een positieve terugkoppeling is een terugkoppeling die de opwarming van de aarde versnelt
  • Een  negatieve terugkoppelingen vertraagt de opwarming van de aarde, ze werken als een soort buffer.

 

Slide 26 - Tekstslide

Negatief terugkoppelingsmechanisme
  • Bij de gesteente graniet vindt chemische verwering plaats
  • Schelpdieren nemen de calcium op en door met de reactie water en CO2 hier Kalksteen van te maken
  • Dieren gaan dood en er ontstaat een kalksteenafzetting . 
  • Bij hogere temperaturen wordt er meer kalksteen gevormd doordat er meer chemische verwering plaatsvindt
  • Door de vorming van kalksteen is er minder CO2 in de lucht
  • Hierdoor neemt het broeikaseffect af, wat leidt tot lagere temperaturen

Slide 27 - Tekstslide

Negatief terugkoppelingsmechanisme 


Hoge temperatuur --> meer kalksteen --> meer opname CO2 --> afname broeikaseffect --> lagere temperaturen

Slide 28 - Tekstslide

Positieve terugkoppeling

De verdeling van energie over de aarde kan verschillen .
In gebieden op hoge breedte kan er meer sneeuw vallen dan er afsmelt. 
Er ontstaat een positieve terugkoppeling.
Meer ijs ➔ albedo neemt toe ➔ lagere temperaturen ➔ meer ijs.

Slide 29 - Tekstslide

= albedo effect

Slide 30 - Tekstslide

Positief terugkoppelingsmechanisme
Afkoeling van aarde kan versterkt worden door positieve terugkoppelingsmechanismen --> proces dat zichzelf versterkt

AFNAME ALBEDO EFFECT

SMELTENDE PERMAFROST



Albedo
Albedo = het weerkaatsend vermogen van de aarde

Slide 31 - Tekstslide

Terugkoppelingen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Het Perm (300-250 miljoen jaar geleden)=Droog

  • supercontinent van pool tot pool
  • veel land ver van zee
    - d-klimaat (temp.verschillen)
    - woestijn (droog)
  • Veel ijs op Gondwana (zuid)= lage zeespiegel
  • Veel verwering=veel sediment in zee
  • veel voedsel=sterke plantengroei in zee =weinig Co2
  • Minder broeikas=koud = pos. terugkoppeling

Slide 36 - Tekstslide

Het Krijt(120-66 miljoen jaar geleden) = warm

  • Supercontinent Pangea breekt
  • veel vulkanen = warmer
  • Zeewater staat 200/300 meter hoger
    - bergend vermogen minder door mid-oceanische ruggen
    - zeewater zet uit door warmte
    - meer CO2 door vulkaan is warmer is smelten
  • 5x meer CO2 door warmte
    - Zure regen lost kalk op en stroomt naar zee
    - daar ontstaan koralen = krijtrotsen

Slide 37 - Tekstslide

Tekst(3)
Meteorietinslag, PETM, verstoren THC (3)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Andere factoren

  • Als zeestromen anders lopen, doordat continenten anders gelegen zijn, wordt ook warmte en kou minder of meer verplaatst.
  • Vulkanische activiteit zorgt onder andere voor stofdeeltjes in de atmosfeer. Deze deeltjes reflecteren zonlicht en zorgen voor een daling van de temperatuur.
  • Zonnevlekken

Slide 40 - Tekstslide

wie gaat er winnen? positief of negatief terugkoppelingsmechanisme?
Waarom?

Slide 41 - Tekstslide



Maak H2 paragraaf 2 


Klaar? 
Leer voor je begrippentoets

Begrippen SO = maandag 3 oktober

Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op ma/vr, of bij een andere (AK)docent)

Slide 42 - Tekstslide