Slepen - Woordenschat - Oefeningen

aan
uit
1 / 14
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

aan
uit

Slide 1 - Sleepvraag

dier
eten
hond
koek
kip
koe
poes
ijs
boon
voer

Slide 2 - Sleepvraag

veel
klein
dicht
uit
dik
aan
open
weinig
groot
dun

Slide 3 - Sleepvraag

millenium
eeuw
jaar
week
kwartaal
minuut
dag
zestien
twaalf

1000 jaren
4 kwartalen
365 dagen
7 dagen
60 seconden
100 jaren
1016
12 maanden
52 weken
13 weken
4 weken
24 uren
12
10 seconden

Slide 4 - Sleepvraag

1941
1939
1940
1941
1944

Slide 5 - Sleepvraag

Tijd van 
Ontdekkers en Hervormers
Dit was al uitgevonden
Dit werd toen uitgevonden
Dit moest nog worden uitgevonden

Slide 6 - Sleepvraag

IN
AT
ON
October 31st
my birthday
summer
16:00 
monday
the morning
sunrise
2017
the island

Slide 7 - Sleepvraag

She is studying
quickly
slowly
quietly

Slide 8 - Sleepvraag

Altijd plastic
Soms plastic
Nooit plastic
Wat maken we van plastic?

Slide 9 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek in de tabel.
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Latijn
Grieks
Rome
Constantinopel

Slide 10 - Sleepvraag

Sleep de namen van de leiders en de vlaggen van landen waar ze vandaan komen naar de juiste persoon in de foto.
Churchill
Stalin
Roosevelt

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep het juiste antwoord naar de zin.
1. Voy a pedir a Ana su portátil, ella no                        usa.
2. Siempre le pido los vestidos a mi hermana,                    suyos son más bonitos.
3. Voy a comprar unas entradas para la ópera a mis padres y se                   voy a regalar para su aniversario.
4. No sé si Juan quiere ir a ver la nueva película de Angelina Jolie. Creo que                               ponen en el cine del centro comercial.
..........
..........
..........
..........
lo
la
los
las
lo
la
los
las

Slide 12 - Sleepvraag

Klik hier en lees de tekst. Sleep daarna de foute zinnen naar de prullenbak.
Hola Maria:

¿Qué tal? Yo estoy muy bien.

Te escribo porque tengo una casa nueva, grande y muy bonita. Mi casa está en Helmond. Es muy grande y tiene cuatro dormitorios, una cocina blanca y pequeña, dos cuartos de baño, uno azul y uno verde.

Para mí escribir es muy aburrido, yo prefiero hablar por Whatsapp. Mi número de teléfono es: cero- seis- veinte- quince- diecisiete- treinta.

Un saludo,

Sara
Sara's huis is nieuw, groot en mooi.
Sara's huis heeft 3 slaapkamers.
Er zijn 2 badkamers, 1 blauwe en 1 groene.
De keuken is wit en groot.
Sara vindt schrijven leuk.
Sara praat liever via Whatsapp.

Slide 13 - Sleepvraag

G
F
I
H
R
R
B
S
D
T
E
D
S
A
A
D
S
T
N
M
P
K
K
L
V
W
Klik op de schaakstukken en lees de stelling. 
Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coordinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.
Karel de Grote was een leenheer (C,4)
De geestelijkheid was de derde stand (A,8)
Monniken en ridders horen bij de geestelijken (G,1)
Een leenman moet trouw zweren aan de leenheer (F,7)
Monniken en nonnen horen bij de lage geestelijken (H,4)
Het middeleeuwse woord voor een slaaf is een horige (G,3)
Karel de Grote was koning en keizer (A,5)
Een horige moest pacht betalen voor de grond (D,8)
Herendiensten deed de leenheer voor de leenman (B,2)
De Paus is de hoogste geestelijke van de christelijke kerk (D,5)
Ridders woonden in een klooster (E,4)
Horigen waren vrij om weg te gaan van hun land (G,6)

Slide 14 - Sleepvraag