Geschiedenis aan het werk!!

3.2 Aan het Werk
Gemaakt door Senne, Yona en Tygo
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 Aan het Werk
Gemaakt door Senne, Yona en Tygo

Slide 1 - Tekstslide

leerdoel
Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Industriële Revolutie begon.

Slide 2 - Tekstslide

inleiding
- tijdlijn burgers en stoommachines
- samenleving verranderd
- Oorzaken industriële revolutie
- industriële revolutie
- 4 uitvinders van de stoommachine'
- Quiz
-Filmpje
- Slot

Slide 3 - Tekstslide

tijdlijn burgers en stoommachines
s

burgers en stoomachines

Slide 4 - Tekstslide

wat weten jullie allemaal al

Slide 5 - Open vraag

De samenleving veranderd
In 1764 vond Engelsman James Hargreaves een fantastische
machine uit: Het houten spinnewiel. Met 1 handwiel draaien, met andere hand wol, kantoen door machine laten lopen.
- 8 draden tegelijk spinnen. 
-120 draden tegelijk spinnen
-  nog later op de stoommachine aangesloten: Spinning Mule
 Hiermee konden 2 arbeiders 1300 draden tegelijk produceren.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken industriële revolutie
1) In 1765 vond James Watt de stoommachine uit
2) Het gebied was al langer goed in het maken van textiel door  het weven van draden.
3) Er zat genoeg steenkool en ijzererts in de grond om fabrieken te bouwen en te voorzien van brandstof.

Slide 8 - Tekstslide

4) door de vele koloniën van Engeland over de hele wereld, konden ze overal grondstoffen halen.
Grondstoffen zijn materialen die gebruikt worden om iets van te maken bv hout, olie, ruwe katoen
5) Engeland was rijk land met vele banken waar geld kon worden geleend voor fabrieken bouwen en machines.

Slide 9 - Tekstslide

industriële revolutie
Industriële revolutie:
- Vond rond 1800 plaats in Groot- Brittannië 
- dit veranderde de manier van leven totaal
- producten worden met machines gemaakt
-snel, massaal en goedkoop






Slide 10 - Tekstslide

opkomst Industrie
Massaproduktie: Voor veel mensen snel en goedkoop   standaard produkten maken.
Massaconsumptie: De produkten worden gebruikt door veel mensen.

Slide 11 - Tekstslide

Na 1800
Arbeiders trokken uit het hele land naar de industriesteden als Manchester en Leeds.
Spullen uit de fabriek werden goedkoper dan handgemaakte spullen en kwamen steeds meer voor iedereen.
Voor 1800 blij met 1 setje kleding. Na 1800 had je als je geld had een hele kledingkast vol.

Slide 12 - Tekstslide

vanaf 1800
- Merkproducten op markt , hiervoor werd reclame gemaakt.
- Prachtige warenhuizen met meerdere verdiepingen

Slide 13 - Tekstslide

Keerzijde na 1800
- arbeiders werkten wel 16 uur per dag voor hongerloontje
- ze leefden in armoedige arbeisbuurten

Slide 14 - Tekstslide

4 uitvinders van de stoommachine
A) Hero van Alexandrië: 
       De oude Griek bouwde een constructie met kokend water 
        tempeldeuren open draaide als vuur werd ontstoken. 
B) Thomas Savery
Vond soort stoompomp uit: een lange buis die druk van stoom gebruikte om water uit de kolenmijn te pompen.

 

Slide 15 - Tekstslide

4 uitvinders van de stoommachine
C) Thomas Newcomen:
       Hete stoom liep in een cilinder, waardoor een zuiger omhoog
       werd geduwd. Door af te koelen weer omlaag: ging veel 
       energie verloren, snel kapot.

Slide 16 - Tekstslide

4 uitvinders van de stoommachine
D)James Watt:
Moest een stoommachine repareren. Kreeg hierbij allerlei ideeën: apart koudvat, zodat cilinder heet kon blijven. Een bewegend ventiel, waardoor meer kracht. En een wiel en krukas zorgde voor draaiende bewegingen. Hierdoor pas echt de stoommachine efficiënt ingezet en veroverde de wereld!

Slide 17 - Tekstslide

Wie vond de stoommachine uit?
A
James van akker
B
James van duin
C
James Watt
D
iemand anders

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer heeft James Watt de stoommachine uitgevonden?
A
1753
B
1765
C
1746
D
1775

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel draden kon het houten spinnewiel tegelijk spinnen?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 20 - Quizvraag

in welk tijdperk zitten we nu?
A
Pruiken en Revoluties
B
Regenten en Vorsten
C
burgers en stoommachines
D
wereldoorlogen en holocoast

Slide 21 - Quizvraag

In welke eeuw zitten we met de burgers en stoommachines?
A
18e eeuw
B
19e eeuw
C
20e eeuw
D
21e eeuw

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

slot
bronvermelding
wij hebben onze informatie uit het filmpje van school tv gehaalt en uit learnbeat
einde






dit was onze presentatie

Slide 24 - Tekstslide