klas 2, bron G ww -re + herhaling p.c.

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

 Les verbes en -re

+ répétition du passé composé avec les verbes avoir et être

Les buts:

• regelmatige werkwoorden op -re vervoegen in de présent en passé composé
• het verschil tussen hulpww être en hulpww avoir weten
• het juiste voorzetsel bij landnamen en steden gebruiken in de zinnen die je maakt.

Even herhalen...

hulpww avoir

hulpww être

aller

être

faire

partir

sortir

avoir

entrer

tomber

parler

répondre

rougir

avoir

être

je suis

j'ai

nous avons

nous sommes

il est

il a

tu es

tu as

vous avez

vous êtes

ils sont

ils ont

Regelmatige ww -re in de présent

- re eraf + uitgangen:

je +s

tu +s

-
nous +ons

vous +ez

ils +ent

Zet in de présent: je (perdre)

1. perdes
2. perds
3. preds
4. pers

Zet in de présent: tu (répondre)

1. réponds
2. répondes
3. répondres
4. répondrens

Zet in de présent: nous (attendre)

1. attendes
2. attendres
3. attendent
4. attendons

Zet in de présent: vous (vendre)

1. vendons
2. vendrez
3. vendez
4. vendrons

Hoe maak je de passé composé bij werkwoorden op -re ook alweer?

Inderdaad!

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord = heel ww -re + u

Dus:

Je (répondre, passé composé) =  j'ai répondu

Nous (entendre, passé composé)

1. avons entendré
2. avons entendé
3. avez entendu
4. avons entendu

Ils (rendre, passé composé)

1. ont rendu
2. vont rendre
3. avons rendre
4. ont rendré

on (vendre, présent)

1. vends
2. vendres
3. vend
4. a vendu

Maak 3 zinnen met daarin de passé composé en een voorzetsel bij landnaam of stad:
1. Mon père - aller - Espagne
2. Nous - être - La Haye
3. Vous - attendre - Bahamas

Nu even zelf aan de slag:

exercices: 27 + 28 (p. 25+26 WB B)

Klik hier het onderwerp aan wat jij het lastigst vindt, of waar jij nog extra uitleg of oefeningen van wilt.

passé composé met avoir en être

voorzetsels bij steden en landnamen

regelmatige ww op -re

leesvaardigheid

woordjes

phrases-clés