P1 Los números ordinales + asignaturas
1 / 27
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Vertaal: dinsdag
A
lunes
B
mardi
C
martes
D
jueves
Slide 3 - Quizvraag
Vertaal: donderdag
A
jeudi
B
miércoles
C
viernes
D
jueves
Slide 4 - Quizvraag
Vertaal: ik kom uit Spanje
(gebruik yo)
(gebruik yo)
Slide 5 - Open vraag
Vul de juiste vorm van ser in:
María y yo ... de Honduras
María y yo ... de Honduras
A
soy
B
somos
C
sois
D
eres
Slide 6 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van llamarse in:
Tú ... Renata Flores
Tú ... Renata Flores
A
me llamo
B
llamas
C
te llamas
D
te llama
Slide 7 - Quizvraag
Een man die in Bolivia woont is...
(nacionalidad en español)
(nacionalidad en español)
Slide 8 - Open vraag
Een vrouw die uit Guatemala komt is...
(nacionalidad en español)
(nacionalidad en español)
Slide 9 - Open vraag
Een man die uit Venezuela komt is...
(nacionalidad en español)
(nacionalidad en español)
Slide 10 - Open vraag
Schrijf in het Spaans: 16
(met accent!)
(met accent!)
Slide 11 - Open vraag
Schrijf in het Spaans: 7
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Vertaal: de vijfde professor (el profesor)
Slide 15 - Open vraag
Vertaal: het negende uur (la hora)
Slide 16 - Open vraag
Vertaal: de derde jongen (el chico)
Slide 17 - Open vraag
Vertaal: het eerste meisje (la chica)
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Welk woord hoort er niet tussen?
A
lunes
B
regla
C
jueves
D
domingo
Slide 21 - Quizvraag
Welk woord hoort hier niet tussen?
A
segunda
B
cuarto
C
cinco
D
séptima
Slide 22 - Quizvraag
Welk woord hoort hier niet tussen?
A
estudiante
B
clase
C
profesor
D
compañera
Slide 23 - Quizvraag
Welk woord hoort hier niet tussen?
A
francés
B
libro
C
pizarra
D
diccionario
Slide 24 - Quizvraag
Welk woord hoort hier niet tussen?
A
Matemáticas
B
Español
C
Inglés
D
Laura
Slide 25 - Quizvraag
Welk woord hoort hier niet tussen?
A
Español
B
Inglés
C
Franés
D
Matemáticas
