Les 5 Betoog - 3A
1 / 16
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
citaat of parafrase?
Telegraaf journalist Wouter de Winther zei bij Jinek dat hij vond dat IC-arts Diederik Gommers zich teveel bemoeide met coronazaken buiten zijn vakgebied.
Telegraaf journalist Wouter de Winther zei bij Jinek dat hij vond dat IC-arts Diederik Gommers zich teveel bemoeide met coronazaken buiten zijn vakgebied.
A
citaat
B
parafrase
Slide 4 - Quizvraag
citaat of parafrase?
Telegraaf journalist Wouter de Winther zei tegen IC-arts Diederik Gommers: 'U bemoeit zich teveel met coronazaken, zoals de avondklok, die niet in uw vakgebied liggen.'
Telegraaf journalist Wouter de Winther zei tegen IC-arts Diederik Gommers: 'U bemoeit zich teveel met coronazaken, zoals de avondklok, die niet in uw vakgebied liggen.'
A
citaat
B
parafrase
Slide 5 - Quizvraag
Wat is beter, citeren of parafraseren?
A
citeren
B
parafraseren
C
maakt niet uit
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting z.d.?
Slide 7 - Open vraag
Als je in de tekst parafraseert of citeert, dan staat tussen haakjes als bronvermelding ...
A
naam vd auteur + jaartal + paginanummer
B
naam van de auteur + naam/titel van de tekst
C
naam/titel van de tekst + jaartal
D
naam/titel van de tekst + naam auteur
Slide 8 - Quizvraag
Welke parafrase is goed genoteerd?
A
Melanie is er niet om vrij te zijn van school, zij had liever in de klas gezeten. (De Ruiter, 2019)
B
De Ruiter (2019) geeft aan dat niet alle leerlingen aanwezig zijn om vrij te zijn van school. Zij hadden eigenlijk liever in de klas gezeten.
C
Dat niet alle leerlingen aanwezig zijn om vrij te kunnen zijn van school, bevestigt De Ruiter (2019). Zij sprak een leerling die liever in de klas had gezeten.
D
'Melanie is er niet om vrij te zijn van school, zij had liever in de klas gezeten.' (De Ruiter, 2019)
Slide 9 - Quizvraag
Welk leesteken moet je gebruiken bij een citaat, maar niet bij een parafrase?
Slide 10 - Open vraag
Als je de auteur van de tekst niet kunt vinden, wie/wat gebruik je dan als auteur in je bronvermelding?
A
de titel van de tekst
B
de organisatie die de tekst heeft gepubliceerd
C
Niets, je laat deze informatie helemaal achterwege in al je bronvermeldingen.
D
Je zet een kruisje op de plek waar de naam van de auteur moet staan.
Slide 11 - Quizvraag
Welke volgorde houd je aan voor het vermelden van je bronnen in je bronnenlijst?
A
op publicatiedatum
B
op wanneer je de bron hebt geraadpleegd (van oud naar nieuw)
C
op alfabetische volgorde van de auteur
D
op lengte van de bronvermelding
Slide 12 - Quizvraag
Kies de correcte bronvermelding voor je bronnenlijst van dit boek.
A
Effectief leren, (3de editie). Ebbens, S. & Ettekoven, S. Noordhoff
B
Noordhoff, Effectief leren, Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013) (3de editie).
C
Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren (3de editie). Noordhoff.
D
Ebbens, S., & Ettekoven, S. Effectief Leren (2013) Noordhoff. (3de editie).
Slide 13 - Quizvraag
Om welke twee redenen moet je je bronnen vermelden?
