Beestjes sprint 1

Allergische reacties en de behandeling ervan
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ApotheekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Allergische reacties en de behandeling ervan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even opfrissen
  • Stofnaam/ Origineel

  • Vragen beantwoorden die bij elk recept staan. Dit zijn vragen over het geneesmiddel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beestjes
  • Recept bestaat uit nieuw medicijn (module beestjes) en "oud" medicijn (uit vorige modules)
  • Kinderformularium  (recept B1)
  • Schaal van Denekamp

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand voor de eerste keer in contact komt met een stof waar zij overgevoelig voor is ontstaat er meteen een reactie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Bij eerste contact merkt de betrokkene niets. Pas bij een tweede of na veelvuldig contact, kan een overgevoeligheidsreactie ontstaan. 
Noem klachten die patiënten ervaren bij een allergische reactie

Slide 5 - Woordweb

Bij lichte allergische reactie is er sprake van een loopneus, tranende ogen, geprikkelde slijmvliezen en hoesten. Benauwdheid en diarree behoren tot de ernstiger reacties. In zeer ernstige gevallen kan er sprake zijn van uitgebreide huiduitslag en een verlaging van de bloeddruk. 
Een allergische reactie kan gevaarlijk zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Heel zelden verloopt een allergische reactie zo ernstig, dat de bloeddruk daalt, waardoor het lichaam in shock toestand terechtkomt. Dit wordt anafylactische shock genoemd. Als dan niet onmiddellijk medische hulp beschikbaar is, kan een allergische reactie dodelijk verlopen. 
Je kunt NIET over een allergie heen groeien
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Voorbeelden van allergieën waar kinderen vaak overheen groeien zijn: 
- koemelk
- eczeem
- enz...
Wanneer kan iemand een allergische reactie op stuifmeel ontwikkelen?
A
Bij erfelijke aanleg en herhaalde blootstelling aan bepaald stuifmeel
B
Dat weet je iet van te voren. Het kan iedereen gebeuren
C
Als diegene ook astmapatiënt is
D
Bij eerste contact met stuifmeel als je er gevoelig voor bent

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe snel zou het effect van een oraal antihistaminicum merkbaar moeten zijn?
A
Meestal na 1 a 2 dagen
B
Binnen een week na inname
C
Binnen enkele uren na inname
D
15 - 30 minuten na inname

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het beste tijdstip om desloratadine in te nemen?
A
Zodra men de klachten voelt opkomen.
B
Vlak voor het eten, dat voorkomt misselijkheid.
C
Voor het slapengaan, want het werkt licht versuffend.
D
Bij het opstaan, want dan werkt het de hele dag.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk percentage van de mensen met allergische rinitis heeft ook last van astma?
A
10%
B
20%
C
15 - 40%
D
60%

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een patiënt zelf doen om de verschijnselen van hooikoorts te beperken?
A
Rekening houden met pollenbericht, alleen in namiddag naar buiten.
B
Veel water drinken, goed ventileren, regelmatig stofzuigen.
C
Het huis goed luchten, niet zelf grasmaaien, vakanties aan zee.
D
Zonnebril dragen, niet in ogen wrijven, slaapkamerramen dicht

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies