Les 12: Herhaling

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Oefenen: Preposiciones(voorzetsels) a y en 
C. Oefenen: Preterito indefinido 
D. Oefenen: Frases claves 
E. Oefenen: Ser & estar
E. Afsluiting


Después de la clase...
Ken je vormen van de vervoegingen van Preterito indefinido
Kun je de voorzetsels a y en. 
Ken je de toepassing van ser y estar. 


Los deberes para la próxima clase:
Leren:  VOC 2.1/2.2/2.3/2,4


Lesprogramma

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1. Preposiciones 
a y en

Slide 4 - Tekstslide

1.Voorzetsel a y en 
Voorzetsel a:

Naar, geeft richting aan:
Voy a Madrid / Ik ga naar Madrid 
Voorzetsel en
in:
Vivo en Ámsterdam / Ik woon in Ámsterdam
bij:
trabajo en Philips / Ik werk bij Philips
op:
El libro está en la mesa / Het boek ligt op tafel

Slide 5 - Tekstslide

Preposiciones a / en
Ahora está _____ Espana
A
a
B
en

Slide 6 - Quizvraag

Preposiciones a / en
Voy _____ la escuela.
A
a
B
en

Slide 7 - Quizvraag

Preposiciones a / en
Vinimos _____ la Rotterdam en 2007.
A
a
B
en

Slide 8 - Quizvraag

Preposiciones a / en
No había nadie _____ el cine.
A
a
B
en

Slide 9 - Quizvraag

2. Frases claves

Slide 10 - Tekstslide

verbind de Spaanse zinnen met het juiste Spaanse vertaling
¿Cómo es tu novia ideal
¿Hay que tener cosas en común? 
Es una person atranquila y no puede ser egoísta. 
¿Qué significa la amistad para ti?
¿Dónde conociste a tu mejor amigo?
Hoe is jo vriendinnetje? 
Moeten we er overeenkomsten zijn (tussen jullie)?
Ze is een rustig persoon en mag niet egoistisch zijn. 
Wat betekent vriendschap voor jou. 
Waar heb je je vriend leren kennen?

Slide 11 - Sleepvraag

3.Preterito indefinido
\

Slide 12 - Tekstslide

El pretérito indefinido
AR [hablar]
ER/IR [comer]
Yo [ik]
hablé
comí
Tú [jij]
hablaste
comiste
El/Ella [hij/zij]
habló
com
Nosotros [wij]
hablamos
comimos
Vosotros [jullie]
hablasteis
comisteis
Ellos/Ellas [ze]
hablaron
comieron

Slide 13 - Tekstslide

¡A practicar!

Slide 14 - Tekstslide

4. Ser & estar

Slide 15 - Tekstslide

2. Frases claves
Ser en estar
Persoonlijke vnw
Ser
Estar
Yo
soy
está
Él- ella - usted
es
Nosotros/ as 
estamos
Vosotros/ as
Ellos- ellas-ustedes
son

Slide 16 - Tekstslide

¡Hasta la próxima!
Huiswerk: Kijk in Magister

Slide 17 - Tekstslide