L' adjectif démonstratif

L'adjectif démonstratif
het aanwijzend voornaamwoord
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
fransSecundair onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

L'adjectif démonstratif
het aanwijzend voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu penses de cette tenue?
Regarde et écoute bien le film sur YouTube



Slide 2 - Tekstslide

De quoi parlent-ils?

Ils parlent ....
A
d'une fête de mariage
B
des vêtements du monsieur pour aller à un mariage
C
des vêtements de la dame pour aller à un mariage
D
d 'une fête d' anniversaire

Slide 3 - Quizvraag

Le synonyme pour
' les vêtements qu'on porte' est
A
un costume
B
une chemise
C
une tenue
D
des bretelles

Slide 4 - Quizvraag

In het filmpje geeft de vrouw kledingtips aan de man om naar het trouwfeest te gaan.

Ze spreekt niet over: 
"un pantalon, une chemise, des bretelles et une veste


Maar wel over:
ce pantalon, cette chemise , ces bretelles et cette veste

Slide 5 - Tekstslide

'Cette chemise'
=
A
een hemd
B
die hemd
C
het hemd
D
dat hemd

Slide 6 - Quizvraag

'Ce pantalon'
=
A
een broek
B
de broek
C
die broek
D
het broek

Slide 7 - Quizvraag

' Ces bretelles'
=
A
deze bretellen
B
bretellen
C
de bretellen
D
die bretellen

Slide 8 - Quizvraag

'cette veste'
A
de jas
B
die jas
C
een jas
D
deze jas

Slide 9 - Quizvraag

Ce, cet, cette, ces zijn lidwoorden die iets aanwijzen
(= die, dat, dit en deze)

Slide 10 - Tekstslide

Alles duidelijk? Even testen...
Hoe noemen we de lidwoorden die iets aantonen/ aanwijzen?
A
adjectif possessif
B
adjectif de couleur
C
adjectif démonstratif
D
substantif

Slide 11 - Quizvraag

VRAI ou FAUX
Om het juiste 'adjectif démonstratif' te gebruiken moet je weten of het substantif, waarbij het staat, mannelijk of vrouwelijk is.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 12 - Quizvraag

Er zijn 2 aanwijzende voornaamwoorden mogelijk als het woord mannelijk enkelvoud is. Welke?
A
ce + cette
B
ce + ces
C
ce + cet

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Choisis l' adjectif démonstratif correct:

... professeur est nouveau.
A
Ce
B
Cette
C
Cet
D
Ces

Slide 15 - Quizvraag

... étudiante est italienne.
A
Ce
B
Cette
C
Cet
D
Ces

Slide 16 - Quizvraag

Nous habitons à côté de ... grand magasin.
A
Ce
B
Cette
C
Cet
D
Ces

Slide 17 - Quizvraag

Combien coûtent ... bretelles?
A
Ce
B
Cette
C
Cet
D
Ces

Slide 18 - Quizvraag