Kapitel 1

Montag den 21. November
Aan het einde van de timer:
  • staan de tafels uit elkaar
  • heb je een blauwe of zwarte pen op tafel
  • heb je een andere kleur pen op tafel
timer
3:00
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Montag den 21. November
Aan het einde van de timer:
  • staan de tafels uit elkaar
  • heb je een blauwe of zwarte pen op tafel
  • heb je een andere kleur pen op tafel
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Toets bekijken
  • Je krijgt je toets en een papier om je toets te analyseren. Dat betekent dat je kijkt wat er wel en niet goed ging.

  • Waarom doen we dat?

  • Deze analyse maak je serieus en voor jezelf.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaan we aan het werk?
  1. Je vult in hoe je op de toets hebt voorbereid op de voorkant.

Vul daarna op de achterkant per opdracht in

  • hoeveel punten je kon halen
  • hoeveel je hebt gehaald
  • wat voor fout het is (1, 2 of 3)
  • Op je toets verbeter je met de andere kleur de fout. 
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Klaar? 
  • Maak het werkblad over haben/sein (gebruik Seite 33)
  • Maak online de test jezelf/woordtrainer bij Kapitel 1

Klascode online k2b: 311745

Als iedereen klaar is kijken we hoe we nu verder gaan plannen.

Slide 4 - Tekstslide

k2a: 626470

Slide 5 - Tekstslide

Dienstag den 22. November
Aan het einde van de timer heb je klaarliggen:
  • Arbeitsbuch (boek)
  • Heft (schrift)
  • Pen

timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat kwam uit jullie analyse?
1. Woorden/zinnen leren zelf
2. Grammatica leren
3. Grammatica snappen

Jullie zeggen: veel domme fouten gemaakt en sommige grammatica lastig

Slide 7 - Tekstslide

En nu?
Geen herkansing? --> gebruik de planner die je krijgt

Wel herkansing? --> Wij herhalen vandaag onderdelen. Je schrijft mee in je schrift.
Stel vragen!

Slide 8 - Tekstslide

Grammatik A: persoonlijke voornaamwoorden vertalen
Vertaal deze woorden:
- ik
- jij
- hij
- zij
- het

Slide 9 - Tekstslide

(ik) bin Thieme.
A
ig
B
ik
C
ich
D
er

Slide 10 - Quizvraag

Wohnt (zij) in Ommen?
A
sei
B
sie
C
sij
D
sy

Slide 11 - Quizvraag

Grammatik B: de goede vorm
2 stappen om de goede vorm te maken.

Stap 1: iets doen met het werkwoord
Stap 2: was met de letters

Slide 12 - Tekstslide

2. de persoonlijke voornaamwoorden en de uitgangen
ich                 stam + e
du                  stam + st
er/ sie/ es   stam + t

Slide 13 - Tekstslide

du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst

Slide 14 - Quizvraag

Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 15 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 16 - Quizvraag

Wat als de stam al klinkt als een s?

Dan heb je bij 
ich e
du t
er/sie/es t

Slide 17 - Tekstslide

Ich (heißen) Iris.

Slide 18 - Open vraag

Du (heißen) Tim.

Slide 19 - Open vraag

Hoe goed begrijp ik Grammatik A+B?
0100

Slide 20 - Poll

Het laatste leeronderdeel!
haben en sein

Twee lastige werkwoorden. Schrijf ze daarom minimaal 1x op!

Slide 21 - Tekstslide

Montag den 28. November
Aan het einde van de timer heb je klaarliggen:
  • Arbeitsbuch (boek)
  • Heft (schrift) met aantekeningen vorige week
  • Pen

timer
3:00

Slide 22 - Tekstslide

Wat geldt voor jou?

1. Geen herkansing: online luisteropdracht maken van je planner

2. Wel herkansing: oefentoets maken

Slide 23 - Tekstslide

1. Bekijk je aantekeningen nog eens. Wat vind je lastig?

2. We bespreken welke opdrachten moeilijk zijn.

3. Je maakt je oefentoets.

4. Oefentoets klaar? Leer de woorden en zinnen van Seite 50+51

Slide 24 - Tekstslide

Dienstag den 29. November
Wel herkansing?
  • Oefentoets
  • Heft (schrift) 
  • Pen

Geen herkansing?
  • laptop+oordoppen

timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

Dienstag den 29. November
Video kijken over een crisis in Berlijn! 

Daarna een programma voor wel of geen herkansing. Laatste les voor de herkansing!

Slide 26 - Tekstslide

Dienstag den 29. November
1. Geen herkansing? --> Logo kijken en samenvatten. Zie Magister.

2. Wel herkansing? Wij bespreken de oefentoets en gaan leren.

Slide 27 - Tekstslide

1. We bespreken de oefentoets

2. Ken je de woorden en zinnen van Seite 50+51 al?
Hoe kun je deze leren?
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Montag den 5. Dezember
Wel herkansing: leg alleen een pen klaar

Geen herkansing: leg je boek+laptop klaar.

Slide 29 - Tekstslide

Wel herkansing: je krijgt de toets

Geen herkansing: Seite 54 in je boek
  • Maak Aufgaben 1, 2, 3

Klaar? Leer de woorden van Seite 95. Maak zelf Quizlet, WRTS, woordtrainer online of schrijf ze over.

Slide 30 - Tekstslide

Dienstag den 6. Dezember
Vorbereitung:

1. Arbeitsbuch op Seite 50
2. Laptop voor de LessonUp

Slide 31 - Tekstslide

Dienstag den 6. Dezember
1. We beginnen met een project!

2. Sankt Nikolaus in Deutschland

Slide 32 - Tekstslide

Posteropdracht
Leerdoel:
- Ik kan mijzelf voorstellen in het Duits
- Ik kan vertellen over school en vrije tijd in het Duits

Je maakt een poster over jezelf, je vrije tijd en school.
Dit mag je knippen/plakken/tekenen/kleuren of de poster digitaal maken in bijvoorbeeld Canva.


Slide 33 - Tekstslide

Stel hier nu je vraag over de opdracht.

Slide 34 - Open vraag

Nikolaus und seine Helfer

Slide 35 - Tekstslide

Was weißt du schon über
Nikolaus in Deutschland/Österreich/Schweiz?

Slide 36 - Woordweb

Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen. Es gibt aber auch einen großen Unterschied! In den Niederlanden hilft Peter dem Nikolaus. In Deutschland spielen teuflische Wesen die Rolle des Helfers.
  • In Deutschland feiert man aber nicht am 5. Dezember, sondern am 6. Dezember. 

Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen NL en DU: 
  • Kinder stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen. 
  • In Deutschland spielen teuflische Wesen die Rolle des Helfers.

Slide 37 - Tekstslide

Die Helfer des Nikolaus

Slide 38 - Tekstslide

Die Helfer des Nikolaus
Krampus (Süddeutschland, Österreich und in der Schweiz):
- Hij draagt: Mantel aus Schaffell
- Hij draagt: Holzmaske mit Hörnern
- Lijkt op: Teufel

Slide 39 - Tekstslide

Die Helfer des Nikolaus
Knecht Ruprecht (In den meisten Teilen Deutschlands):
- Hij draagt: bruin kleed
- Hij heeft: einen Bart
- Hij heeft: eine Rute

Slide 40 - Tekstslide

Die Helfer des Nikolaus
Buttenmandl (In Berchtesgaden, einer Stadt in Bayern):
- Hij is: eingebunden in stroh
- Hij draagt:  Kuhglocken
- Hij draagt: Fell- oder Holzmasken mit Hörnern

Slide 41 - Tekstslide

Krampus
Knecht Ruprecht
Buttenmandl 

Slide 42 - Sleepvraag

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Was bedeutet: "Lasst uns froh und munter sein"?
A
Laten we vrolijk en opgewekt zijn.
B
Laten we stout en vervelend zijn.
C
Laten we gezellig en druk zijn.

Slide 45 - Quizvraag

Wie heißt "pakjesavond" auf Deutsch?
A
Geschenkabend
B
Nikolausabend
C
Nikolausnacht

Slide 46 - Quizvraag

Dienstag den 22. November
1. Ben je al eens in München geweest? 

2. Lezen over München op Seite 55 (10 min)

3. 

Slide 47 - Tekstslide