Veiligheid en lokaal 108
1 / 34
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet dit onderdeel van de brander?
----->
A
gasregelknop
B
luchtregelschijf
Slide 14 - Quizvraag
Wat regel je met dit onderdeel van de brander?
--->
A
de grootte van de vlam
B
de hitte van de vlam
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet de vlam boven nummer 2?
1 2 3
A
de gele vlam
B
de blauwe of doorzichtige vlam
C
de ruisende vlam
(met kern)
D
geen idee
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet de vlam boven nummer 1?
1 2 3
A
de gele vlam
B
de blauwe of doorzichtige vlam
C
de ruisende vlam
(met kern)
D
geen idee
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet de vlam boven nummer 3?
1 2 3
A
de gele vlam
B
de blauwe of doorzichtige vlam
C
de ruisende vlam
(met kern)
D
geen idee
Slide 18 - Quizvraag
welke vlam gebruik als je even niets hoeft te verhitten?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
geen enkele vlam
Slide 19 - Quizvraag
wat is een andere naam voor de gele vlam?
A
de roetvlam
B
de koude vlam
C
de minst hete vlam
D
de pauzevlam
Slide 20 - Quizvraag
welke vlam is het heetst?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
alle vlammen zijn even heet
Slide 21 - Quizvraag
Als je op de noodstop drukt gaat niet alleen de stroom maar ook ook het licht uit in het lokaal.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent dit symbool op een verpakking?
A
Deze verpakking is licht ontvlambaar
B
Gevaar ! Deze verpakking bevat een licht ontvlambare stof
C
Pas op! brandbare stof
D
Ontbrandingsgevaar! Bel alvast 112
Slide 23 - Quizvraag
Welk gevaarsymbool bestaat NIET?
A
B
C
D
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder
Slide 27 - Quizvraag
Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder
Slide 28 - Quizvraag
Hoe heet dit onderdeel van de brander?
----->
A
gasregelschroef
B
luchtring
Slide 29 - Quizvraag
Wat regel je met dit onderdeel van de brander?
--->
A
de grootte van de vlam
B
de hitte van de vlam
Slide 30 - Quizvraag
Hoe heet de vlam boven nummer 2?
1 2 3
A
de gele vlam
B
de blauwe of doorzichtige vlam
C
de ruisende vlam
(met kern)
D
geen idee
Slide 31 - Quizvraag
welke vlam gebruik als je even niets hoeft te verhitten?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
geen enkele vlam
Slide 32 - Quizvraag
welke vlam is het heetst?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
alle vlammen zijn even heet
Slide 33 - Quizvraag
Als je op de noodstop drukt gaat ook het licht uit in het lokaal.
A
waar
B
niet waar
