Les 9 Zinsdelen §7 lv

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* nulmeting
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het lijdend voorwerp in een zin vinden.

timer
10:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* nulmeting
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het lijdend voorwerp in een zin vinden.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf op
Hoe vind je de/het ... in een zin?
(Welke vraag stel je om dit zinsdeel te vinden?)

pv
ow
wg 
ng

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Ontleed de volgende zinnen. Je benoemt de pv, ow en wg/ng. 

1. Afgelopen weekend heb ik erg lekker gegeten.
2. Mijn vriendinnen kunnen goed kletsen.
3. Speedy is altijd erg gezellig.
4. Tommy houdt ontzettend van snoepjes.
timer
4:00

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden
1. Afgelopen weekend heb ik erg lekker gegeten.
pv = heb / ow = ik / wg = heb gegeten  
2. Mijn vriendinnen kunnen goed kletsen.
pv = kunnen / ow = Mijn vriendinnen / wg = kunnen kletsen
3. Speedy is altijd erg gezellig.
pv = is / ow = Speedy / ng = is [erg gezellig]
4. Tommy houdt ontzettend van snoepjes.
pv = houdt / ow = Tommy / wg = houdt

Slide 4 - Tekstslide

Nulmeting

Maak nu de nulmeting op
Socrative.com
login - studenten login
roomname (of lokaalnaam): MEIJERCOMENIUS
naam: klas <voor- en achternaam>
  • Schrijf jouw score op de routekaart.
  • Kies op basis van jouw score een opdracht.

0 - 70%: luister naar de uitleg 
Tot deze start, lees je alvast de theorie in je lesboek.

71% of meer: start in stilte aan je gekozen opdrachten.


timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Theorie uitleg

Slide 6 - Tekstslide

Lijdend Voorwerp (Lv)

Slide 7 - Tekstslide

Lijdend voorwerp (lv)
  • is de persoon die in de zin iets 'overkomt' of het voorwerp dat iets 'ondergaat'. 

Slide 8 - Tekstslide

Zo vind je het lv:
  1. Noteer ow + wg.
  2. Stel de vraag wat/wie + wg + ow? Het antwoord is het lv.

   Let op: het lv begint nooit met een voorzetsel!

Slide 9 - Tekstslide

Lijdend voorwerp

Ik versier de taart.
De taart ondergaat het versieren. (De taart wordt versierd.)

Lisanne aait het konijn.
Het konijn ondergaat het aaien. (Het konijn wordt geaaid.)
   

Slide 10 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zinnen?

1. Morgen neem ik wat lekkers mee naar school.
2. De jongen geeft zijn moeder een dikke kus.
3. Leo leest het liefste een boek.

Slide 11 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak de door jou gekozen opdrachten en kijk deze na. Noteer je resultaat. En ga naar de volgende stap in je grammaticaboekje.
Hoe:
In je lesboek / schrift of op je laptop.
Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Theorie uit je boek of je aantekeningen
Docent (hand omhoog)
Tijd:
20 minuten
Klaar:
Leerdoel behaald? Dan maak je de online oefentoets (Nieuw Ne)
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide