Inkoop en Voorraad

Inkoop, Voorraad en Derving
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inkoop, Voorraad en Derving

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan benoemen wat inkopen is
  • Je kan benoemen bij welke leveranciers jouw stagebedrijf producten inkoopt
  • Je kan benoemen wat de technische voorraad is
  • Je kan benoemen wat de economische voorraad is
  • Je kan benoemen wat derving is



Slide 2 - Tekstslide

Wat is inkoop ?
Het proces van kopen van producten, goederen of diensten. Veel bedrijven en organisaties hebben medewerkers die belast zijn met inkoop. De inkoper verwerft goederen en diensten bij externe leveranciers.


 

Slide 3 - Tekstslide

bij welke leveranciers koopt jouw stagebedrijf de producten?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij goed inkopen?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Belangrijk bij inkoop 
  • Samenstelling Assortiment (product)
  • Prijsstelling (prijs)
  • Logistiek, leveringsvoorwaarden (Plaats)
  • Promotie

Slide 8 - Tekstslide

Waar koop je in ?
Dat hangt af van veel factoren b.v.:
  • Omzet (verwachting) / afzet
  • Aantal winkels
  • Relatie duur
  • Gewenst assortiment
  • Prijsstelling
  • Leveringsvoorwaarden/ betalingsvoorwaarden

Slide 9 - Tekstslide

Wat wil je niet aan een klant verkopen?

Slide 10 - Woordweb

Voorraad bij jullie stagebedrijf
  • Wie koopt er in?
  • Hoe vaak koopt die in?
  • Welke hoeveelheid koopt men in ?
  • Bij hoeveel leveranciers koopt die in?
timer
0:05

Slide 11 - Tekstslide

Inventariseren
Is controleren hoeveel voorraad je nog hebt

Technische voorraad
De hoeveelheid die je fysiek in huis hebt

Economische voorraad
Technische voorraad + 
Bestelde voorraad – 
reeds verkochte voorraad


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is de technische voorraad?
A
De voorraad die werkelijk in het magazijn en in de winkel ligt.
B
De voorraad die werkelijk alleen in het magazijn is.
C
De voorraad technische (elektronische) producten

Slide 14 - Quizvraag

Economische voorraad?
A
De aanwezige voorraad volgens de administratie
B
De technische voorraad+ de voor inkopen - de voor verkopen
C
De werkelijke voorraad
D
De voorraad die minimaal aanwezig moet zijn om nee-verkoop te voorkomen

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt 20 voetballen in je magazijn liggen en je hebt er nog 50 in bestelling staan. Hoeveel is de economische voorraad?
A
20
B
50
C
70
D
30

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht leveranciers
Probeer per assortimentsgroep het volgende te bepalen:
  • Wie zijn de belangrijkste 3 leveranciers? Indien mogelijk, kijk eens hoe veel omzet ze van het totaal van de assortimentsgroep uitmaken.
  • Waarom worden bij deze leverancier de producten gekocht?
  • Hoe wordt het assortiment samengesteld? Gaat dat in samenwerking of bepaalt jouw bedrijf welke producten worden gekocht
  • Bij veel bedrijven wordt gezamenlijk ingekocht b.v. via een hoofdkantoor maar ook werken bedrijven vaak samen om in te kopen om zo een goed assortiment met een geschikte prijs te verkrijgen. Hoe werkt dat bij jouw bedrijf?

timer
0:15

Slide 17 - Tekstslide

Derving

Slide 18 - Tekstslide

Wat is derving

Slide 19 - Woordweb

Derving
Derving is een verlies, een verlies dat niet afkomstig is uit inkoop, verkoop of het productie traject. Derving wordt namelijk veroorzaakt door misdrijven (zoals winkeldiefstal) of inaccuraat handelen.

Slide 20 - Tekstslide