In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
WO: 'Mijn gemeente'
soorten gebieden
juf Tamara
Slide 1 - Tekstslide
Voor deze les heb je jouw bronnenboek en werkkatern focusthema 2 niet nodig
juf Tamara
Slide 2 - Tekstslide
Wat zullen we leren in deze les?
1. Op onderzoek in je eigen gemeente
2. Ervaringen delen
3. Soorten gebieden bekijken
4. Even oefenen
Slide 3 - Tekstslide
Jouw gemeente...
Misschien woon je al heel lang in jouw gemeente, misschien nog maar net.
Toch is het altijd fijn om eens op onderzoek te gaan. In elke gemeente valt heel wat te beleven. Misschien zijn er zaken waar je vooraf nooit echt op had gelet. Er valt dus nog heel wat te ontdekken in jouw gemeente.
Let hier zeker eens op mocht je nog eens gaan wandelen met mama, papa, ...
Slide 4 - Tekstslide
Extra: Indien je op onderzoek bent gegaan, mag je hieronder altijd je ervaringen delen.
Wat heb jij nog ontdekt in jouw gemeente?
(bv. kerk, school, sportterrein, bibliotheek,...)
Slide 5 - Open vraag
Verschillende soorten gebieden
1. Woongebied
2. Handelsgebied
3. Industriegebied
4. Recreatiegebied
5. Natuurgebied
6. Landbouwgebied
De uitleg hierbij krijg je in de volgende slides.
Slide 6 - Tekstslide
Een woongebied is een plaats in de gemeente waar mensen wonen. Hier zal je dus voornamelijk huizen kunnen terugvinden.
Wanneer meerdere huizen bij elkaar staan, spreken we van een woongebied.
1. woongebied
In de volgende slides kan je foto's terugvinden van woongebieden.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Een handelsgebied is een plaats waar voornamelijk winkels zijn. Dit kan gaan over: kledingwinkels, een bakker, een slager, een supermarkt, ...
2. handelsgebied
In de volgende slides kan je foto's terugvinden van handelsgebieden.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
3. industriegebied
Een industriegebied is een plaats waar, zoals het woord zelf zegt, veel rond industrie gewerkt zal worden.
Je zal hier onder andere havens, fabrieken, ... kunnen terugvinden.
In de volgende slides kan je foto's terugvinden van industriegebieden.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
4. recreatiegebied
Onder 'recreatiegebied' vallen heel wat verschillende zaken. Een recreatiegebied heeft als hoofddoel 'ontspannen'.
Zo behoren: een speeltuin, een pretpark, een park, een visvijver, ... allemaal tot het recreatiegebied.
Slide 16 - Tekstslide
Klik door naar de volgende slide.
Hier kan je een filmpje terugvinden van een recreatiegebied in Nederland.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
5. natuurgebied
Hier hoeft natuurlijk niet zoveel extra uitleg bij, het woord legt zichzelf al relatief goed uit.
Een natuurgebied is een plek waar natuur centraal staat. Enkele voorbeelden hiervan zijn: het bos, een grasplein, een meer, ....
In de volgende slides kan je foto's terugvinden van natuurgebieden.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
6. landbouwgebied
In een landbouwgebied zal je natuurlijk alles te zien krijgen wat te maken heeft met landbouw.
Zo kan zal je hier voornamelijk weiden terugvinden. De dieren, tractoren, ... die je hier kan bewonderen, zijn nog eens extra fijn.
In de volgende slides kan je foto's terugvinden van landbouwgebieden.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Even oefenen...
Slide 25 - Tekstslide
landbouwgebied
industriegebied
handelsgebied
woongebied
Slide 26 - Sleepvraag
Welk soort gebied zie je op onderstaande foto?
A
landbouwgebied
B
industriegebied
C
natuurgebied
D
woongebied
Slide 27 - Quizvraag
Welk soort gebied zie je op onderstaande foto?
A
handelsgebied
B
natuurgebied
C
recreatiegebied
D
industriegebied
Slide 28 - Quizvraag
Extra:
Indien je op onderzoek bent geweest in jouw gemeente, kan je hier eventueel enkele foto's delen.
Welke soorten gebieden heb jij herkend?
Slide 29 - Open vraag
Goed gedaan, je hebt heel de les doorlopen!
Hieronder kan je aangeven wat je ervan vond.
A
Het was leuk.
B
Het was niet leuk.
C
Het was makkelijk.
D
Het was moeilijk.
Slide 30 - Quizvraag
Noteer hieronder waarom je het moeilijk / makkelijk / leuk/ niet leuk vond.