Obligaties en herhaling aandelen

Deze les
Herhaling aandelen
Obligatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Herhaling aandelen
Obligatie

Slide 1 - Tekstslide

De dividenduitkering door Groko is €2,80 per aandeel. De beurskoers is €37, de nominale waarde is €20,- Bereken het dividend-rendement.
A
7,6%
B
85%
C
45,9%
D
14%

Slide 2 - Quizvraag

Het aandelen rendement is:

A
De koerswinst die je maakt bij verkoop
B
Het koersrendement en dividendrendement
C
Het dividend dat wordt uitgekeerd
D
(Dividend/koers) x 100%

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een aandelen emissie?
A
Het inkopen van aandelen
B
het uitgeven van nieuwe aandelen
C
het is hetzelfde als een markerorder
D
een grote hoeveelheid aandelen tegelijk verkopen

Slide 4 - Quizvraag

Obligatie (7.4)

Slide 5 - Tekstslide

Obligatie
Schuldbekentenis

  • Jan koopt een obligatie van € 1.000 van de Nederlandse staat.
  • Jan leent dus € 1.000 uit
  • Jan krijgt € 1.000 weer terug en rente!
De overheid bekent schuld aan Jan 
Obligatie --> obligation --> verplichting tot terugbetaling en rente

Slide 6 - Tekstslide

Coupontrente
Couponrente = vast rentepercentage over de nominale waarde van de obligatie

Rente is 5 %.
Jan ontvangt dus 0,05 X € 1.000 = € 50

Slide 7 - Tekstslide

       Obligatie = schuldbewijs
Waarom hierin beleggen?
1. hoger rente percentage
2. geen/weinig risico

Slide 8 - Tekstslide

Rente en Obligatiekoers
De obligatie geeft een vaste rentevergoeding. Is deze vergoeding hoger dan de huidige marktrente dan is de obligatie aantrekkelijk          Vraag naar obligatie stijgt           Koers stijgt.   Omgekeerd werkt dit ook!

Slide 9 - Tekstslide

Risicospreiding bij beleggen is belangrijk!
Koop aandelen en obligaties van verschillende bedrijven en/of de overheid

Beleggingsfondsen spreiden zelf al risico's. Zij beleggen geld in een mix van vastgoed, aandelen, obligaties, contanten etc.
*Zij geven participaties uit (soort aandelen)
*Beleggingsfondsen kunnen verschillende doelen hebben

Slide 10 - Tekstslide

De beurskoers van een obligatie
is uitgedrukt in een % van de nominale waarde

Voorbeeld: nominale waarde van een obligatie is €250,- 
Op de obligatiebeurs is de obligatie op 15/9/2020 te koop voor 106 % 

De beurskoers is €250/100 x 106% = € 265

Slide 11 - Tekstslide

Couponrendement = (rente / aankoopprijs) x 100%
Koersrendement =
(verkoopprijs obligatie - aankoopprijs obligatie)   x 100%
                           aankoopprijs  
Voorbeeld. Obligatie van Philips met nominale waarde van 
€ 50. Koers is 105 %. Rente = 3 %. 
1) Bereken het couponrendement. 
2)Koers stijgt naar 110 %. Bereken het koersrendement 

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord (1)
Voorbeeld. Obligatie van Philips met nominale waarde van
€ 50. Koers is 105 %. Rente = 3 %. 
1)Bereken het couponrendement. 

Rente in euro's = 0,03 X € 50 = € 1,50
Koers = € 50 / 100 X 105 = = € 52,50
Couponrendement = € 1,50/ € 52,50 X 100 % =  2,9 %

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord (2)
Voorbeeld. Obligatie van Philips met nominale waarde van
€ 50. Koers is 105 %. Rente = 3 %.  Koers stijgt naar 110 %. 
Bereken het koersrendement

Nieuwe koers = € 50/ 100 X 110 = € 55
Procentuele verandering =
(55 - 52,50)/ 52,50 X 100 % = 4,8 %
of:
(110 - 105)/ 105 X 100 % = 4,8 %

Slide 14 - Tekstslide

Oefening
Wat
Welke
Hoe
Klassikaal bespreken
Maken
7.8
Zachtjes overleg
Ja
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Oefening
Wat
Welke
Hoe
Klassikaal bespreken
Maken
7.9
Zachtjes overleg
Ja
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide