Unit 6 Flash Back

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 6 Flash back
1. 
Lesopening
2. 
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 6 Flash back
1. 
Lesopening
2. 
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Engels en open deze op bladzijde 102/103.
Pak ook je werkboek, maar laat deze nog even dicht. 



Slide 2 - Tekstslide

2. Terugblik
Welke grammatica hebben we behandeld in unit 6?

Wat zijn bij al deze grammatica belangrijke regels om te onthouden?

Slide 3 - Tekstslide

Don't of doesn't?
No, it ....... look good.
A
don't
B
doesn't

Slide 4 - Quizvraag

You _____ walk to school.
A
don't
B
doesn't

Slide 5 - Quizvraag

Bart ________ love dogs.
A
don't
B
doesn't

Slide 6 - Quizvraag

Nandanie knows how to dance.
A
Nandanie don't knows how to dance?
B
Nandanie doesn't knows how to dance?
C
Nandanie don't know how to dance?
D
Nandanie doesn't know how to dance?

Slide 7 - Quizvraag

Verleden tijd van to be
Ik was            I was                                    Wij waren       We were
Jij was           You were                           Jullie waren   You were
Hij was          He was                               Zij waren         They were
Zij was          She was
Het was       It was

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


The giraff is ... than the warthog
A
Large
B
Larger
C
alle 3 zijn goed
D
Largest

Slide 11 - Quizvraag

I love my grandma.
She is the ..............grandma there is. (silly)
A
sillyest
B
sillier
C
sillyier
D
silliest

Slide 12 - Quizvraag

Maanden van het jaar
Kijk mee achterin je boek op bladzijde 102.

Onthoud dat je de maanden van het jaar in het Engels altijd met een hoofdletter schrijft!!

Slide 13 - Tekstslide

 Wat zijn rangtelwoorden?

Rangtelwoorden (ordinal numbers) gebruik je om een volgorde aan te geven.


Slide 14 - Tekstslide

Een rangtelwoord maak je (bijna !) altijd door er   
-th achter te zetten.
Voorbeeld:

Four  -  Fourth 
Six  -   Sixth
 Seven  -  Seventh 
sixteen - sixteenth

Slide 15 - Tekstslide

Uitzonderingen:
First - Second - Third (en twenty-first, thirty-second, etc.).
five - fifth 
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth
twenty - twentieth
(thirty - thirtieth, forty -  fortieth enz..)

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg... Ontkenning met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/was/were), to have got of can?

Dan gebruik je don't of doesn't  om een zin ontkennend te maken.


like chocolate.                                                 I don't like chocolate?

She likes chocolate.                                        She doesn't like chocolate?  


Bij de onderwerpen he/she/it gebruik je doesn't rest do

Na don't en doesn't  krijg je het hele werkwoord!


Slide 17 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- Weet je welke grammatica je goed beheerst en welke grammatica je nog extra in moet oefenen voor de toets. 

Slide 18 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je gaat zelfstandig de opdrachten van de flash back maken op blz 48 t/m 51.


Ben je klaar?
Dan stuur je mij de foto's van je gemaakte werk. 

Slide 19 - Tekstslide