5.1 industrie en samenleving

5.1 Industrie en samenleving
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.1 Industrie en samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Lesdoelen
  • Uitleg
  • Filmpje
  • Vragen
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
Aan het eind van de les kan je:
  1. Vertellen wat er veranderde in de 19e eeuw in het leven van mensen.
  2. In eigen woorden uitleggen hoe en waarom de productie toenam.
  3. Wat veranderde er na 1870 in de industrie?

Slide 3 - Tekstslide

Grote veranderingen
De periode vanaf 1800 wordt de moderne tijd genoemd.
-> Leven verandert veel drastischer dan de eeuwen daar voor. 
Veranderingen: 
  • Van landbouw naar industrie.
  • Handarbeid wordt vervangen door machines. 
  • Reizen per trein of stoomschip i.p.v. met paard of te voet. 
  • Verlichting op straat. 
  • Nieuwe producten zoals, lucifers, blikvoedsel en telefoons. 
De industriële revolutie was aangebroken.

Slide 4 - Tekstslide

Meer productie
Door de industriële revolutie nam de productie van de nijverheid sterk toe. Start in GB.

De belangrijkste uitvinding was de stoommachine, uitgevonden door Thomas Newcomen. Steenkool werd gebruikt als energiebron. James Watt ontwikkelde vanaf 1765 betere stoommachines.
Rond 1750 werden het spinnenwiel en weefgetouw vervangen door spin- en weefmachines.
Vanaf 1830 versnelde de industrialisatie door de opkomst van de stoomtrein en het stoomschip.
GB wordt 'de werkplaats van de wereld' genoemd, omdat het textiel, machines en andere industrieproducten naar de hele wereld exporteerde.

Vanaf 1850 begint de industriële revolutie ook in andere landen, zoals NL en Japan. Vooral de bourgeoisie werden ondernemers.

Slide 5 - Tekstslide

Stoommachine van Thomas Newcomen.
Stoommachine van James Watt.

Slide 6 - Tekstslide

Veranderingen in de industrie
De economische veranderingen gingen vanaf 1870 steeds sneller.
  • Aardolie als nieuwe energiebron.
  • Nieuwe stoffen zoals kunstmest en plastic een nieuwe bedrijfstak in de vorm van de voedingsmiddelenindustrie.
  • Ontwikkeling van de gloeilamp in de VS, uitgevonden door Thomas Edison. 
Eerst waren uitvindingen het werk van individuele ontdekkers, later kwam dit te liggen bij bedrijven.

Slide 7 - Tekstslide

De industriële samenleving
De industriële revolutie had grote gevolgen voor verschillende sectoren van de economie. 
Industriële samenleving: meer dan de helft van de bevolking woont in steden en de meeste mensen werken in de industrie- en dienstensector. 

Grote bevolkingsgroei en steden breiden uit door grote voedselproductie. 

Handelskapitalisme wordt industrieel kapitalisme.

Relatie tussen werknemer en werkgever wordt onpersoonlijker en lonen werknemers zijn laag.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Rusland
C
Groot-Brittannië
D
Duitsland

Slide 10 - Quizvraag

Welk product is niet ontstaan door de industriële revolutie?
A
Telefoons
B
Lucifers
C
Blikvoedsel
D
Antibiotica

Slide 11 - Quizvraag

Wie verbeterde de stoommachine?
A
Thomas Edison
B
Thomas Newcomen
C
James Watt
D
Nikola Tesla

Slide 12 - Quizvraag

Wat houdt een industriële samenleving in?

Slide 13 - Open vraag

Beantwoord de lesdoelen.
Klaar? Maak 5.1 in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide