2.3 Waarom zou je lenen?

§ 2.3 Waarom zou je lenen?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§ 2.3 Waarom zou je lenen?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • Welke redenen je kunt hebben om geld te lenen
  • Hoe een lening bij de bank werkt
  • Hoe je de kosten van een lening berekent
  • Hoe je een percentage berekent

Slide 2 - Tekstslide

Sparen &
lenen

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video



Sparen duurt te lang. Je kunt beter lenen en afbetalen. Dan kun je meteen kopen wat je wilt hebben.
A
eens
B
oneens

Slide 5 - Quizvraag


Geld lenen is gevaarlijk, omdat je niet weet 
of je de schuld wel kan terugbetalen.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag


Wie van jullie spaart?
A
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
B
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
C
Ik spaar, maar weet niet precies waarvoor.
D
Ik hoef niet te sparen, want ik krijg alles wat ik wil (hebben).

Slide 7 - Quizvraag


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar spaar jij voor, 
of zou je voor willen sparen??

Slide 8 - Open vraag


Hoe kun je zorgen 
dat je meer spaart?

Slide 9 - Open vraag

Spaartips
Open een spaarrekening.
Zet iedere week of maand geld op de spaarrekening.
Veel kleine beetjes maken groot.
Maak een overzicht van inkomsten en uitgaven.
Kun je ergens op besparen?
Spaargeld maakt gelukkiger.
Praat er thuis over dat je spaart, 
en waarvoor je spaart.

Slide 10 - Tekstslide


Leen je wel eens geld van iemand?
A
Ik heb nog nooit geld geleend.
B
Ik leen wel eens geld van mijn ouders.
C
Ik leen wel eens geld van een vriend of vriendin.

Slide 11 - Quizvraag

2.3 Waarom zou je lenen?
Wat is lenen eigenlijk?
  • Je gebruikt geld dat van een ander is

Redenen om geld te lenen:
  • Je wilt iets duurs kopen, zoals meubels of een auto en je wilt niet wachten tot je het bedrag bij elkaar gespaard hebt.
  • Je hebt onverwacht dringend geld nodig. Bijvoorbeeld om een dure reparatie te betalen.

Slide 12 - Tekstslide


Leen je wel eens geld uit aan iemand?
A
Nee, nooit
B
Soms wel, aan een vriend of vriendin
C
Soms wel, aan één van mijn ouders

Slide 13 - Quizvraag


Stel: je smartphone die je op afbetaling hebt 
gekocht, laat je na 2 maanden op de grond vallen. 
De telefoon is helemaal stuk. Moet je dan de 
resterende termijnen van je lening doorbetalen?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Geld lenen kost geld (en geluk)
Je betaalt rente over de schuld.
Je moet de schuld altijd terugbetalen.
Mensen lenen steeds opnieuw om nog meer spullen te kopen.
Een schuld maakt ongelukkig.
Soms moeten mensen geholpen worden om uit de schulden te komen.

Slide 15 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen?
Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 16 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen?
Hoeveel % rente moet je eigenlijk betalen?
Berekenen rentepercentage:
  1. Vul in met de gegevens van de opgave: hoeveel procent is ... van ... ?

  2. Gebruik formule -> deel : geheel x 100
  3. Reken uit!
geheeldeelx100

Slide 17 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen?
Stel: je leent € 12.500 om een auto te kopen.
  • Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
  • Hoeveel betaal je per maand?
  • Hoeveel betaal je in totaal?
  • Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?
  • Hoeveel % rente heb je betaald over het geleende bedrag?

Slide 18 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen?
Antwoorden
Stel: je leent € 12.500 om een auto te kopen.
  • 96 maanden
  • € 212,-
  • 96 x € 212 = € 20.352,-
  • € 20.352 - € 12.500 = € 7.852,- rente
  • Deel : geheel X 100 = %
  • € 7.852,- : € 12.500 x 100 = 62,8 %

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
§ 2.3 Waarom zou je lenen? - It's Learning!

Slide 20 - Tekstslide