Passive + gerund

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Passive

Passive (lijdend vorm)

Voorbeelden:

• The dog (bite) __ yesterday.
                                      Past simple
  
  
• Past simple passive = was/were + voltooid deelw.
  
  
• The dog was bitten yesterday. 

Stappen:

1. Lees de zin en bepaal de tijd van de zin. Gebruik dezelfde regels en kijk naar signaalwoorden.
2. Kies de juiste vervoeging van de werkwoord.
3. Kijk of de onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Passive (lijdend vorm)

Voorbeelden:

• The assignment (just - hand) __ in.
  Present perfect
  
• Present perfect passive = has/have + been + v.d.
  

• The assignment has just been handed in. 
  Bijwoord na de eerste ww

Stappen:

1. Lees de zin en bepaal de tijd van de zin. Gebruik dezelfde regels en kijk naar signaalwoorden.
2. Kies de juiste vervoeging van de werkwoord.
3. Kijk of de onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Passive (lijdend vorm)

Voorbeelden:

• A lot of time (spend) __ on the assignment before I handed it in.
• 
  

Stappen:

1. Lees de zin en bepaal de tijd van de zin. Gebruik dezelfde regels en kijk naar signaalwoorden.
2. Kies de juiste vervoeging van de werkwoord.
3. Kijk of de onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Passive (lijdend vorm)

Voorbeelden:

• A lot of time (spend) __ on the assignment before I handed it in.
• past perfect passive =
  had + been + v.d.
  

• A lot of time had been spent on the assignment before I handed it in.

Stappen:

1. Lees de zin en bepaal de tijd van de zin. Gebruik dezelfde regels en kijk naar signaalwoorden.
2. Kies de juiste vervoeging van de werkwoord.
3. Kijk of de onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Een vraag in de passive:
(buy)__ Robert's ticket __ already?

Has Robert's ticket been bought already?

Een vraag in de passive:
(English - speak) __ all over the world?

Is English spoken all over the world? 

Present simple: Je vraagt naar een feit.

After the ball (catch) __, it was thrown again.

After the ball had been caught, it was thrown again.

Past perfect: Actie 1 en actie 2

Who gave you those sneakers?
They __ to me by Tony.

Who gave you those sneakers?

They were given to me by Tony.

Past simple

Will they still send you a present?
It __ as soon as possible?

Will they still send you a present?

It will be sent as soon as possible?

Future 

Who won the lottery last week?
Last week's lottery __ by Glen.

Who won the lottery last week?

Last week's lottery was won by Glen.

Past simple

Gerund (zelfstandig nw.): ww+ing

• (tennis spelen) __  is something I do every Monday.
• I avoid (vlees eten) __.
• (Het valt niet te ontkennen) __ that it was a challenge.

• Playing tennis is something I do every Monday. 
  
  
• I avoid eating meat.
• There is no denying that it was a challenge.

Tips om te leren

• Reference book p. 64-65: leer de voorbeelden (Ne-Eng)
• Huiswerk doornemen van Unit 3.2 ex. 15
• Test-jezelf en versterk jezelf

What's the chance of (win) __ that match?

My parents are talking (hebben het over om uit te gaan) __.

I can't wait! I am really (zie ernaar uit je te ontmoeten) __.

I don't mind (travel) __ by train everyday.

He spends his time (lezen) __ and (zwemmen) __.

(Anderen bekritiseren) __ is an easy thing to do.

That film (is het zien waard) __.

He never listens. (Het heeft geen zin hem dit te vertellen) __.