1. Aan het einde van deze les kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct spellen waarvan de stam eindigt op een -d of -t.
2. Aan het einde van de les weet jij wat een infinitief is en kun een infinitief correct spellen.
3. Aan het einde van de les kun jij werkwoorden die bijvoeglijk gebruikt worden (bijvoeglijk naamwoord) correct spellen.