MOA Les 3 Stijl: Zij hun hen

START



- weet je wanneer je zij - hen - hun moet gebruiken

taalverzorging
formuleren
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

START



- weet je wanneer je zij - hen - hun moet gebruiken

taalverzorging
formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 

'zij', 'hun' en 'hen'?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
Hen: met voorzetsel
Hun: 'zunder' voorzetsel

De gastvrouw geeft hun iets te drinken. (hun = aan hen)
De gastvrouw geeft aan hen iets te drinken.

De gastvrouw geeft ze iets te drinken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

HEN gebruik je: 
1. Na een voorzetsel:
Ik geef het boek aan hen.
Wil je dat voor hen doen.
Wij gaan bij hen op bezoek.
Ik ga naar de kermis met hen.
2. Als lijdend voorwerp:
Wij hebben hen nog gebeld.
De directeur ontslaat hen.
Zij vergeet hen nooit.
Ik bekijk hen.


Hun huis staat in brand.
Dit is hun caravan.
HUN gebruik je: 

1. Om bezit uit te drukken.
Hun auto is stuk.
Dit is hun caravan.

2. Als je hun kan vervangen dooreen voorzetsel + hen (aan hen, voor hen, bij hen, volgens hen, etc.) 

Ik geef hun een lolly (hun = aan hen)
Hij schonk hun een kopje koffie in (hun = voor hen)
Hij rookt hun te veel (hun = volgens hen, wat hen betreft)


Slide 10 - Tekstslide

Wij hebben minstens zoveel gedaan als.......
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 11 - Quizvraag

Wat weten....nou helemaal van jongeren?
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 12 - Quizvraag

Ze gaf......een klap.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 13 - Quizvraag

Met......gaat het prima.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 14 - Quizvraag

Ik feliciteerde.......uitbundig.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 15 - Quizvraag

Julia helpt......met het ontwerpen van de kleding.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 16 - Quizvraag

Ik praat nooit meer met........
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 17 - Quizvraag

Mijn broer kan niet zo goed voetballen als...........
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 18 - Quizvraag

Nadat ze een fikse boete hadden gekregen, fietsten.......nooit meer op het troittoir.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb het .....nog zo gezegd.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 20 - Quizvraag

Ik wil graag een boodschap voor........achterlaten.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 21 - Quizvraag

Ineens liet de clown........erg schrikken.
A
Zij
B
Hun
C
Hen

Slide 22 - Quizvraag

Begrijpen jullie het nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll