Adverbs of Frequency / Bijwoorden van Tijd 3 klas

Bijwoorden van Tijd / Adverbs of Frequency
Unit 5 – Humour – lesson 4: speaking


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bijwoorden van Tijd / Adverbs of Frequency
Unit 5 – Humour – lesson 4: speaking


Slide 1 - Tekstslide

Bijwoorden van Tijd / Adverbs of Frequency
  • Bijwoorden zijn: always, never, usually, often, sometimes, still, seldom. Deze bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt.



For example:
Sue always wears jeans.
My dog has never attacked me.

Slide 2 - Tekstslide

Adverbs of frequency

Slide 3 - Tekstslide

1. Always
2. Never
3. Often
4. Sometimes
5. Usually
Vaak 
Gewoonlijk
Nooit
Altijd
Soms

Slide 4 - Sleepvraag

Zelden
Af en toe
Vaak
Over het algemeen
Rarely
Occasionally
Frequently
Generally
Seldom

Slide 5 - Sleepvraag

Adverbs of frequency

Slide 6 - Woordweb

BIJWOORDEN van TIJD
always
usually
regulary
often
sometimes
seldom
never

vóór het werkwoord
talk / write / watch / sit / can / have / move / etc.
na to BE 
am / are / is
was / were

Slide 7 - Tekstslide

BIJWOORDEN van TIJD
  • Vóór het hoofdwerkwoord:
School always starts at 8.30pm.
I never sing in public.

  • na een vorm van to be: am, are, is, was, were:
There is always something to see.
His jokes are sometimes boring.

  • in de present perfect na have, has:
I have never seen this.
She has often broken her leg.


Slide 8 - Tekstslide

Adverbs of frequency
always
occasionally
never
often

Slide 9 - Sleepvraag

Waar komt het bijwoord 'never' te staan?
1. He 1 has 2 been 3 to France.
A
1
B
2
C
3

Slide 10 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'often' te staan?
2. We 1 laugh 2 at their jokes.
A
1
B
2

Slide 11 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'hardly ever' te staan?
1. They 1 would 2 be 3 rude to him.
A
1
B
2
C
3

Slide 12 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'often' te staan?
2. It 1 is 2 cloudy.
A
1
B
2

Slide 13 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'sometimes' te staan?
3. My dad 1 is 2 angry with me.
A
1
B
2

Slide 14 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'sometimes' te staan?
3. She 1 asks 2 me to write for her site.
A
1
B
2

Slide 15 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'usually' te staan?
4. We 1 meet 2 at my place.
A
1
B
2

Slide 16 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'always' te staan?
5. They 1 hang out 2 together.
A
1
B
2

Slide 17 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'always' te staan?
5. You 1 are 2 busy.
A
1
B
2

Slide 18 - Quizvraag

1. He _________ listens __________ to the radio.

2. They ___________ read ___________ a book.

3. Tom _________ is _________ very friendly. 

4. Pete _________ gets _________ angry. 

5. We _________ are _________ on time. 
Sleep het bijwoord op de juiste plek
often
sometimes
usually
never
always

Slide 19 - Sleepvraag

assignments - studieplanner learnbeat
Unit 5 – Humour – lesson 4: speaking
o F: phrases 
            o G: pronunciation
 o K:grammar 
o L: phrases 

Boek:Opdracht 52,53,56,57,58 (blz. 86-90)

Slide 20 - Tekstslide