2.2 Stromingen in de samenleving 2

Stromingen in de samenleving
2.2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stromingen in de samenleving
2.2

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 2.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Voor 1815 was er alleen kiesrecht voor:
A
Mannen
B
Vrouwen met een hoog inkomen
C
Mannen met een hoog inkomen
D
Vrouwen

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
"In een land met een parlement heeft één persoon alle macht"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
"Toen alle burgers kiesrecht kregen, werd Nederland een parlementaire democratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
A
Kleuterscholen en Universiteiten
B
VMBO en MBO scholen
C
Christelijke en Islamitische scholen
D
Openbare en bijzondere scholen

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de 4 is GEEN bijzondere school?
A
Christelijke school
B
Openbare school
C
Islamitische school
D
Vrije school

Slide 7 - Quizvraag

Leervragen
Waarom en hoe werd het kiesrecht uitgebreid?
Belangrijke vragen bij 2.2
Welke strijd werd er over het onderwijs gevoerd?
Welke stromingen streefden naar meer vrijheid?
Hoe veranderde de positie van vrouwen?

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijke begrippen: 
  • Kiesrecht: Het recht om te stemmen
  • Algemeen kiesrecht: Iedereen mag stemmen
  • Parlementaire democratie: Het parlement heeft de hoogste macht en de burgers kiezen de leden.
  • Emancipatie: Het krijgen van gelijke rechten.
  • Confessionelen: Groep mensen die in de politiek uitgaat van het geloof (katholieken en protestanten).
  • Politieke partijen: Organisatie die vanuit bepaalde ideeën probeert invloed te hebben op het bestuur.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Wat zijn socialisten?
A
Mensen met een bepaalde godsdienst
B
Mensen die meer gelijkheid voor arbeiders wilden
C
Mensen die alles wilden houden zoals het was.

Slide 14 - Quizvraag

liberaal
communist
feminist
conservatief
confessioneel
Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
iemand die in de politiek streeft naar gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en verbruiksgoederen
iemand die streeft naar de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden
iemand die in de politiek uitgaat van het geloof

Slide 15 - Sleepvraag

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Maken:
  • Opdracht 5 t/m 8 
  • Blz. 56 t/m 57 

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je vinger op
Opdrachten nakijken



Hoe?
  • Klaar? Laat zien aan de leraar.
  • Haal een nakijkboekje op het OLC.
  • Verbeteren met een andere kleur pen.
  • Klaar? Laten zien aan de leraar.
Goed zo! 
Jij verdient even tijd om iets leuks te doen!

Hoe?
  • Ga iets voor jezelf doen.
  • Doe dit zachtjes
  • Vraag? Steek je vinger op

Slide 16 - Tekstslide