Dag 3 - 2D

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Woordenschat

Je leert nieuwe woorden bij  

thema 5: Houden van en Verliefd 

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

raden

• proberen het juiste antwoord te geven
• ww: ik raad - ik raadde - ik heb geraden
• gokken
• Zin: Hij raadt het goed!
• Zin: Hij weet de antwoorden niet dus hij zegt zomaar iets.

het schoolfeest

• een feest op school voor de leerlingen
• Zin: Het schoolfeest is in de kantine.
• Zin: We gaan vanavond naar het schoolfeest.

de schooltijd

• de tijd dat je op school bent
• van 8.30 uur tot 14.20 uur
• de jaren dat je op school zat
• Zin: Ik slaap niet tijdens schooltijd.
• Zin:  Mijn schooltijd was heel gezellig.

spannend

• iets nieuws, iets engs
• Als je ergens zenuwachtig van wordt.

• Zin: Die film was heel spannend, ik zat de hele tijd onder de tafel.
• Zin: Het is erg spannend op mijn nieuwe school.

de stap

• iets nieuws doen
• je ene voet voor de andere zetten tijdens het lopen
• Zin: Het is een hele stap om naar een nieuwe school te gaan.
• Zin: Zij wilde geen stap meer zetten, omdat ze heel moe was.

thuisblijven

• nergens heen gaan
• binnen blijven
• Zin: Zullen we vandaag lekker thuisblijven en niet naar school gaan?
• Zin:  Ik ben ziek, dus ik blijf thuis.

de tijd

• uren - minuten - seconden
• Zin: De tijd in de klas gaat heel langzaam.
• Zin:  Het is tijd om naar school te gaan anders komen we te laat!

uitmaken

• verkering stoppen
• ww: uitmaken - ik maakte het uit - ik heb het uitgemaakt
• Zin: Het meisje maakte het uit met haar vriend.
• Zin:  Die jongen durft het niet uit te maken, omdat zijn vriendin dan gaat huilen.

Als je geen verkering meer wilt dan moet je het gaan ..........

1. raden
2. uitmaken
3. liefdesverdriet
4. goedmaken

Wat klopt?

1. Ik ga nemen een grote stap, want ik ga verhuizen.
2. Ik ga een grote stap nemen, omdat ik morgen ga verhuizen.
3. Ik ga nemen een groot stap, omdat ik ga verhuizen.
4. Ik ga een groot stap nemen, want ik ga verhuizen.

Wat klopt?

1. Ieder liefdesverdriet is even lang.
2. Iedere maand is even lang.
3. Iedere stap is even lang.
4. Ieder schoolfeest is even lang.

Wat vind jij spannend aan verliefd zijn?

Hij ................. nooit het goede antwoord.

Het is heel erg .................... voor iemand om het uit te maken.

Ik ga niet naar het schoolfeest,
want ik .......... liever ..........

De ............ op ............. is meestal veel te lang voor mij, want dan krijg ik teveel honger.

Maak een zin met:
spannend / stap

Maak een in met:
uitmaken / schoolfeest