BK3 Economie H4 P4.1 ben je verzekerd?

Pincode KB3 Hoofdstuk 4 

Paragraaf 4.1 Ben je verzekerd?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pincode KB3 Hoofdstuk 4 

Paragraaf 4.1 Ben je verzekerd?

Slide 1 - Tekstslide

Planning deze les
- Voorstellen
- Weet je het nog? Hoofdstuk 4
- Uitleg paragraaf 4.1
- Zelfstandig aan het werk met de opdracten

Slide 2 - Tekstslide

Kennismaken - Mevrouw Bos
Aanwezig: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag
Vragen? Mail mij gerust!

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken en regels 
- Wanneer ik praat zijn jullie stil
- Tijdens het werken mag er overlegd worden
- We hebben respect voor elkaar, zowel jullie als ik
- Geen jassen aan in de klas

Vragen?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het eind van de les kunnen jullie kritisch toelichten wat een eigen risico is en hoe dit invloed heeft op je premie.
  2. Aan het eind van de les kunnen jullie in eigen woorden benoemen wat een verzekering is en bij wie je een verzekering afsluit.
  3. Aan het eind van de les kunnen jullie aan de hand van voorbeelden factoren aangeven die de premie beïnvloeden.
  4. Aan het eind van de les kunnen jullie aan de hand van een casus de verzekeringskosten berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Start hoofdstuk 4 - Weet je het nog?


Pak erbij weet je het nog? Op blz. 98 van je boek.

We gaan deze klassikaal invullen. Lees en schrijf goed mee!

Slide 7 - Tekstslide

Verzekering
Een verzekering sluit je af als er kans is op
financiële schade die je niet vooraf kunt
voorspellen. Dat is een onzeker voorval.

 De kans op schade noem je een risico.

Slide 8 - Tekstslide

Waar zou jij een verzekering kunnen voor aansluiten?

Slide 9 - Open vraag

ONZEKER VOORVAL

De schade wordt alleen vergoed

als die het gevolg is van een gebeurtenis waarvan je niet weet

wanneer en of die ooit zal plaatsvinden.

Consumenten en bedrijven verzekeren zich tegen bepaalde gebeurtenissen. Reden: ze ontvangen een bedrag van de verzekeringsmaatschappij als er schade is.

De gebeurtenis waarvoor de consument zich verzekerd is onzeker. Dit wil zeggen dat het misschien nooit gebeurt en als het gebeurt is het niet te voorspellen wanneer. Deze gebeurtenis noemen we een onzeker voorval.

Slide 10 - Tekstslide

Koen gaat maandag naar zijn werk en krijgt een auto ongeluk. Is dit een onzeker voorval?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Jef is 75 jaar en heeft al een paar jaar last van hartproblemen. Op Maandag kreeg hij een hartstilstand en werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Was dit een onzeker voorval?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Verzekeringsmaatschappij

Je sluit een verzekering af bij een verzekeringsmaatschappij (de verzekeraar).  

Jij bent de verzekerde.


De verzekeringsmaatschappij betaalt

De dekking is datgene wat verzekerd is.


Slide 13 - Tekstslide

VORBEELDEN VAN VERZEKERINGEN

Fietsverzekering

Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

WA-verzekering motorvoertuigen

WA + cascoverzekering

Zorgverzekering



Slide 14 - Tekstslide

Polis
Voor de verzekering betaal je premie. In de polis staat wat de dekking is van de verzekering.

Bij de polis horen de polisvoorwaarden.
Hierin staan de rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar.

De prijs van de verzekering noemen we de premie.
De dekking geeft aan waarvoor je verzekerd
bent en tot welk bedrag.

Slide 15 - Tekstslide

OPBOUW PREMIE

       Premie                                              €

       Poliskosten                                    €                     

                                                                    €

       Assurantiebelasting 21%         €                      

       Verzekeringskosten                   €                      

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeldsom

berekening totale verzekeringskosten

Jaap heeft een AVP verzekering. De premie bedraagt € 40,00 per maand.

De poliskosten zijn € 5,00. De assurantiebelasting is 21%.

Bereken de totale verzekeringskosten.

Premie               € 40

Poliskosten  + €   5 

                              € 45

Ass. bel         +  €   9,45  (21:100 x € 45)

totale kosten   € 54,45



Slide 17 - Tekstslide

Zelf oefenen!
Mo heeft een reisverzekering afgesloten voor zijn vakantie naar Marokko.
De premie bedraagt € 12,50. De poliskosten zijn € 2,50
De assurantiebelasting is 21%.
Bereken de totale verzekeringskosten

Slide 18 - Tekstslide

Schadevergoeding
Bij schade betaalt de verzekeraar je een
schadevergoeding. Doordat alle verzekerden een
klein bedrag aan premie betalen, heeft de
verzekeraar genoeg geld om schades te
vergoeden.

Slide 19 - Tekstslide

EIGEN RISICO

Een deel van de schade

dat niet wordt vergoed door de verzekeraar,

maar dat de verzekerde zelf moet betalen.



Slide 20 - Tekstslide

Eigen risico
Met een eigen risico betaal je minder premie dan bij een verzekering zonder eigen risico.
Uitgekeerd bedrag= schadebedrag - eigen risico
 

Soms kun je kiezen of je een eigen risico bij een verzekering wilt. Maar er zijn ook verzekeringen waar een eigen risico verplicht is.

Slide 21 - Tekstslide

AVP
De Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) is een verzekering tegen schade die je zonder opzet aan anderen toebrengt.

Je bent dan verzekerd tegen zowel de lichamelijke als de materiële schade die je iemand toebrengt.

Slide 22 - Tekstslide

Wie sluit de verzekering af?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 23 - Quizvraag

Zelfstandig aan het werk 
Opdracht:
Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 13 op bladzijde 100 t/m 103. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule!

Slide 24 - Tekstslide