semana 23

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OBJETIVOS: Semana 23

¿Qué sabemos ya?
We kunnen de ww: tener, deber en poder vervoegen.

NUEVO: LA pág. 137
-Tener que + infinitivo
-Deber + infinitivo
-Poder + infinitivo
VOCABULARIO: Publicidad
      

***Ejercicios extra: práctica de gramática y vocabulario

**Deberes/ huiswerk 
- Individueel: Vragen alles wat je nodig hebt voor het PW of Mondeling.
- Thuis/Teksten:  
nr. 4,5,6 afmaken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LA pág. 137

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Tener que + infinitivo
Tener que wordt gebruikt om een specifieke verplichting uit te drukken die geldt voor een bepaalde persoon of groep. Het is een persoonlijke uitdrukking en vereist dat het werkwoord “tener” wordt vervoegd volgens het onderwerp.
In het Nederlands gebruiken we 'moeten' om een specifieke verplichting aan iemand aan te geven.
Uso/ gebruik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deber + infinitivo
“Deber” wordt gebruikt om een morele of ethische verplichting, een plicht of een sterke aanbeveling uit te drukken. Het werkwoord “deber” wordt vervoegd volgens het onderwerp.
In het Nederlands kan worden vertaald als "moet", "zou moeten" of "had moeten", afhankelijk van de context.
Uso/ gebruik

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Respuestas
1c
2f
3e
4b
5a
6d

    Poder + infinitivo
Poder + infinitief drukt mogelijkheid of bekwaamheid uit.
Si estudias, puedes aprobar el examen.

In een vraag:  Vragen om toestemming / een verzoek
¿ Puedes abrir la ventana por favor?
Uso/ gebruik

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rellena con el verbo poder conjugado.
1. Yo.................escribir en español
2. ella .............hacer las tareas de inglés
3. ¿ (usted) .............hablar y escribir en francés?
4. ¿(vosotras) .................ir al parque el domingo?
5. ¿Quién ..................jugar al tenis esta tarde?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP: ook verleden tijd

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Tienes 
 preguntas?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      LEREN in planner
Vocabulario: Publicidad
                      en línea

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Libro de ejercicios
VOCABULARIO
Unidad 8: publicidad en línea

LE**pág. 46 ejerc. 1,1a, 2, 3, 3a
       pág. 47 ejerc. 4, 5, 5a, 5b

     
         




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies