Paragraaf 1.5 Het landschap in Hoog-Nederland

1.5 Het landschap in Hoog-Nederland
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.5 Het landschap in Hoog-Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
1. Je weet waarom de grond in Hoog-Nederland onvruchtbaar is en hoe het geschikt is gemaakt voor akkerbouw
2. Je begrijpt hoe het reliëf in Hoog-Nederland is ontstaan en dat daarbij zwerfstenen zijn achtergebleven.
3. Je kan op een kaart Hoog-Nederland met stuwwallen en smeltwaterdalen aanwijzen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Nederland zonder dijken
Hoogte kaart Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Het doucehputje dat wegzakt

Slide 5 - Tekstslide

Nederland bevind zich in de.......... van het stroomgebied van de rivier de Rijn en Maas.
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 6 - Quizvraag

Juist of onjuist: In de bovenloop van de rivier vind veel sedimentatie plaats, in de benedenloop veel erosie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Nederland is het doucheputje dat wegzakt
  • de grote rivieren (Rijn, Maas, Schelde) monden uit in de Noordzee in Nederland
  • de plaat waar Nederland op ligt die zakt langzaam weg, een kanteling in het land

-> Welk proces zorgt ervoor dat Nederland niet onderwater komt te staan (behandeld in eerder paragraaf)

Slide 8 - Tekstslide

Sedimentatie zorgde voor ophoging Nederland

Dikke pakketten zand en grind neergelegd door de rivieren.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Samen lezen 'het doucheputje dat wegzakt'


Maak opdracht 1 en 2

Klaar? Lees vast de rest van de paragraaf
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 1B
Waarom stromen veel rivieren naar Nederland toe?

  • Nederland ligt heel laag

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 2B
Welke begrippen moeten worden ingevuld op de plek van de cijfers 1 tot en met 3?

  • Nederland is een 1 laagvlakte die langzaam2 wegzakt en waar steeds weer nieuwe lagen ontstaan door 3 sedimentatie .

Slide 14 - Tekstslide

Stuwwallen en zwerfkeien

Slide 15 - Tekstslide



https://www.youtube.com/watch?v=6D7DNQSF3v0 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Saale-ijstijd
- Ongeveer 200 000 jaar geleden 
- Landijs schoof richting Nederland
- Kwam tot Midden-Nederland --> Haarlem-Utrecht- Nijmegen lijn 
- IJstongen duwen grond weg

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

smeltwaterdalen 
Gaten in stuwwallen die ontstonden door het smeltwater toen het warmer werd 

Slide 24 - Tekstslide

Welk bewijs hebben wij in Nederland teruggevonden die de theorie over ijs uit Scandinavië in Nederland bevestigd?
A
Zwerfstenen/keien
B
ijs restanten in de bodem
C
Bevroren dieren die oorspronkelijk alleen in Scandinavië voorkomen

Slide 25 - Quizvraag

Waarom kun je in Brabant en Limburg geen Hunebedden vinden?

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag
1. Lees voor je zelf de tekst over stuwwallen en zwerfstenen
2. maak de opdracht 4 

Werk alleen en in stilte. Als je een vraag niet snapt dan kom je bij mij! Maar stel de vraag!

Klaar? Lees het stuk over de zandgronden en probeer opdracht 5 te maken
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

De arme zandgronden

Slide 28 - Tekstslide

Dekzand
Einde Saale-ijstijd 
ijs trok zich terug
Soort toendra klimaat 
Noordzee droog 
Wind vrij spel 

Slide 29 - Tekstslide

Hoe kan het dat de wind zo gemakkelijk het dekzand kon meenemen en neerleggen?
A
Er stond een extreem harde wind tijdens de ijstijd.
B
Doordat het hele landschap plat gebulldozerd was door de ijsstong.
C
Er heerste een poolklimaat en dus was er weinig begroeiing.

Slide 30 - Quizvraag

Arme zandgronden in Hoog-Nederland

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Leg uit waarom zandgronden onvruchtbaar zijn. Gebruik in je antwoord het begrip infiltreren.

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Hoe dik zou het ijs in Scandinavië zijn geweest tijdens de ijstijd in het Saalien?
A
500 meter
B
3 km
C
1 km
D
10 meter

Slide 35 - Quizvraag