Nieuwsbegrip - Suezkanaal

File in het Suezkanaal
Paddentrek
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

File in het Suezkanaal
Paddentrek

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het filmpje

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij van het schip
in het Suezkanaal?

Slide 3 - Woordweb

Lesdoel
- Je weet wat er in het Suezkanaal aan de hand is
- Je kan de woorden schrijven
- Je weet wat de woorden betekenen

Slide 4 - Tekstslide

1. namelijk
2. het kanaal
3. de tocht
4. de container
5. de route
6. dwars
7. verplaatsen
Woorden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

1. Schrijf de woorden in je map

2. Vertaal ze in je eigen taal
1. namelijk
2. het kanaal
3. de tocht
4. de container
5. de route
6. dwars
7. verplaatsen

Slide 18 - Tekstslide

Kijkvragen
1. Waar lag het schip? (0.18)
2. Waar lag het schip? (0.18)
3. Wat gebeurde er? (0.56)
4. Wat is een file?
5. Wanneer is het Suezkanaal gegraven? (1.46)
6. Hoeveel containerschepen varen er elke dag door het Suezkanaal? (1.57)
7. Tussen welke zeeën ligt het Suezkanaal? ( 2.09)
8. Wat is een omweg? (2.22)
9. Waar moet het schip naartoe? (4.27)

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk het filmpje nog een keer

Slide 20 - Tekstslide

Waar lag het schip? (0.18)
A
het Suezkanaal
B
de Noordzee
C
de Middellandse Zee

Slide 21 - Quizvraag

Waar lag het schip? (0.18)
A
In Nederland
B
In Turkije
C
In Egypte
D
In Marokko

Slide 22 - Quizvraag

2. Wat gebeurde er? (0.56)
A
er kwam een file
B
hij zonk

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een file?
A
een rij auto's of boten
B
een kring

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer is het Suezkanaal gegraven? (1.46)
A
140 jaar geleden
B
150 jaar geleden
C
160 jaar geleden

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel containerschepen varen er elke dag door het Suezkanaal? (1.57)
A
meer dan 30
B
meer dan 40
C
meer dan 50
D
meer dan 60

Slide 26 - Quizvraag

Tussen welke zeeën ligt het Suezkanaal? ( 2.09)
A
Rode Zee en blauwe Zee
B
Rode Zee en Middellandse Zee
C
Blauwe Zee en Middellandse Zee

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een
omweg (2.22)
A
kortere route
B
snellere route
C
langere route
D
moeilijkere route

Slide 28 - Quizvraag

Waar moet het schip naartoe? (4.27)
A
Den Haag
B
Rotterdam
C
Amsterdam

Slide 29 - Quizvraag

1. Schrijf de woorden in je map

2. Vertaal ze in je eigen taal
1. namelijk
2. het kanaal
3. de tocht
4. de container
5. de route
6. dwars
7. verplaatsen

Slide 30 - Tekstslide

Ik heb een paraplu. Het regent namelijk.

Wat betekent:
namelijk
A
maar
B
want
C
sinds

Slide 31 - Quizvraag

Ik heb een paraplu. Het regent namelijk.

Ik heb een paraplu, want het regent.
Ik eet en drink niet. Het is ........................... Ramadan.

Ik eet en drink niet, ...................... het is Ramadan

Slide 32 - Tekstslide

Wat betekent:
het kanaal
A
door mensen gegraven rivier
B
door mensen gebouwde stad
C
door mensen gebouwd plein

Slide 33 - Quizvraag

Wat betekent:
de tocht
A
de rij
B
de zee
C
de reis

Slide 34 - Quizvraag

wat betekent:
de container
A
grote doos
B
grote rechthoekige bak
C
grote bal

Slide 35 - Quizvraag

Wat betekent:
de route
A
de weg om ergens te komen
B
de straat waar je woont
C
de plaats om te rusten

Slide 36 - Quizvraag

Wat betekent:
dwars
A
van onder tot boven
B
van links naar rechts
C
van binnen naar buiten

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent:
verplaatsen
A
op dezelfde plaats laten staan
B
naar een andere plaats brengen
C
een stukje groter maken

Slide 38 - Quizvraag

De weg om ergens te komen
door mensen gegraven rivier
grote, rechthoekige bak om spullen in te doen.
de reis
de container
de route
de tocht
het kanaal

Slide 39 - Sleepvraag

1. Kijk nog eens naar het filmpje

2. Steek je hand op als je 1 van deze woorden hoort.
1. namelijk
2. het kanaal
3. de tocht
4. de container
5. de route
6. dwars
7. verplaatsen

Slide 40 - Tekstslide

Er komt een eind aan deze les.
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll