Weer en klimaat 3.1 t/m 3,2| Het weer in de VS en Bronnen

Weer en klimaat / H3 Weer en klimaat in de VS (3.1, 3.2)
 


Hoofdvraag:
Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen het weer, het klimaat en de klimaatverandering in de VS?
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Weer en klimaat / H3 Weer en klimaat in de VS (3.1, 3.2)
 


Hoofdvraag:
Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen het weer, het klimaat en de klimaatverandering in de VS?

Slide 1 - Tekstslide

Weer en klimaat / H3 Weer en klimaat in de VS (3.1, 3.2)
 

Hoofdvraag:
Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen het weer, het klimaat en de klimaatverandering in de VS?

3.1: het weer ind de VS   p 30 t/m  p 31
Deelvraag: Welke factoren beïnvloeden het weer in de VS?

3.2: Bronnen/ Klimaat en plantengroei. p 32 t/m 33
Deelvraag: Welke klimaten en plantengroei komen voor in de VS?

Slide 2 - Tekstslide

Vooraf
Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Klimaat bij B is een tropisch regenklimaat
A
onjuist
B
Juist

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet er bij cijfer 1 staan?
A
koudfront
B
Stijgingsneerslag
C
Stuwingsneerslag
D
Warmtefront

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is juist?
A
Bij een koufront komt warme lucht in een gebied met koude lucht.
B
Bij een warmtefront komt warme lucht in een gebied met koele lucht.
C
Omdat koude lucht lichter is, stijgt deze lucht over de warme lucht omhoog.
D
Omdat warme lucht zwaarder is, stijgt deze lucht over de koude lucht omhoog.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

In welke twee klimaatgebieden komt in Spanje de meeste extensieve veeteelt voor?
A
Landklimaat en steppeklimaat
B
Landklimaat en gematigd zeeklimaat
C
Steppeklimaat en Middellandse Zeeklimaat
D
Steppeklimaat en gematigd zeeklimaat

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Welk begrip past bij deze kaart?
A
Neerslagintensiteit
B
Neerslagverdeling
C
Nuttige neerslag
D
Verdroging

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Ellen zegt: ‘Dit is een grafiek van de waterbalans van een gebied.’
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Karen zegt: ‘De nuttige neerslag is in dit gebied in de zomer positief en in de winter negatief.’
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Druppelirrigatie is een duurzame manier van irrigeren.
→ Leg dit uit en gebruik de begrippen verzilting en verdroging in je antwoord.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Je ziet de voorspelling van de temperatuurstijging in Europa als gevolg van het versterkte broeikaseffect.
Waar hangt het vanaf of de lage of de hoge voorspelling uitkomt?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Voorspelling van de neerslagverandering per jaar en in de zomer, vergelijking tussen 2071 - 2100 (voorspelling) en standaardperiode 1971 - 2000 (gemeten)
Noem drie problemen waar Spanje mee te maken krijgt als de voorspellingen in deze bron voor de neerslagverandering uitkomen.

Slide 23 - Open vraag

Frank zegt: ‘Het stijgen van de zeespiegel in Nederland en Spanje komt onder andere door het opwarmen van het oceaan- en zeewater, waardoor het uitzet.’

Marijke zegt: ‘Het stijgen van de zeespiegel in Nederland en Spanje komt onder andere door de grotere afvoer van water naar zee, door rivieren.’
A
Frank heeft gelijk
B
Marijke heeft gelijk
C
allebei gelijk
D
niemand gelijk

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Waarom neemt de kans op dit verschijnsel in Spanje de komende jaren toe?


Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Waarom past deze foto bij duurzaam produceren?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Spanje werkt aan een energietransitie.

Slide 30 - Open vraag

Spanje heeft ongeveer 700 ontziltingsfabrieken, waar van zout water zoet water wordt gemaakt. Dit kost veel energie.
→ Geef twee energiebronnen die een ontziltingsfabriek kan gebruiken als de fabriek duurzaam zoet water wil produceren.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Welk klimaat zie je bij A?
A
Toendraklimaat
B
Savanneklimaat
C
gematigd Zeeklimaat
D
sneuw- en ijsklimaaat

Slide 33 - Quizvraag

A
B
C
D

Slide 34 - Tekstslide

Welk klimaat komen voor in gebied D?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Weer en klimaat / H3 Weer en klimaat in de VS (3.1, 3.2)
 
Opdrachten Maken.

3.1: het weer ind de VS   op 2,  3
Deelvraag: Welke factoren beïnvloeden het weer in de VS?

3.2: Bronnen/ Klimaat en plantengroei. op 1, 2, 3
Deelvraag: Welke klimaten en plantengroei komen voor in de VS?

Slide 48 - Tekstslide

Noem drie dingen die je vandaag hebt geleerd?

Slide 49 - Open vraag

Volgende les
Weer en klimaat / Spanje en Nederland vergeleken

H3 Weer en klimaat in de VS 
3.3 Landbouw in de VS p 34 t/m 35
3.4 Klimaat verandering en duurzaamheid in de VS p 36 t/m 37
3.5 Klimaatbeleid van de VS p 38 t/m 39

Slide 50 - Tekstslide