Quiz natuurkunde

Quizz
H2D 
De grote na de vakantiequiz, want niemand heeft vandaag zin om al iets voor school te doen... en ik ook niet. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quizz
H2D 
De grote na de vakantiequiz, want niemand heeft vandaag zin om al iets voor school te doen... en ik ook niet. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat veroorzaakt jeuk als je luizen hebt
A
De pootjes
B
De luizenpoep
C
De luizentanden

Slide 2 - Quizvraag

Als je op je hoofd staat krijg je een rooie kop , hoe komt dat
A
- het bloed trekt weg uit je voeten
B
- omdat je hartkleppen van verkeerd om werken
C
- door het gewicht van je darmen

Slide 3 - Quizvraag

Waaruit ontstaan sterren?
A
-Uit planeten die op elkaar botsen.
B
-Uit fluorescerend stof dat in het heelal zweeft.
C
-Uit enorme gaswolken die zich samentrekken.

Slide 4 - Quizvraag

Je boort een tunnel dwars door de aarde. Dan spring je (in een hittebestendig pak) in de tunnel. Wat gebeurt er?
A
-Je suist door de tunnel en vliegt er heel hard aan de andere kant weer uit
B
-Je valt en blijft dan precies in het midden van de aarde hangen.
C
-Je veert op en neer tussen de ene kant en de andere kant van de aarde.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe komt het dat mensen scheten laten?
A
- Door bacteriën in je darmen.
B
- In bepaald eten, zoals bonen en uien, zit veel gas.
C
- De lucht die je bij het eten naar binnen krijgt, moet er ook weer uit.

Slide 6 - Quizvraag

Je moet een wind laten, maar dat kan even niet. Wat gebeurt er met die wind?
A
- Hij stijgt op en verlaat het lichaam als een boer.
B
- Hij komt er later via je poep en je adem uit.
C
- Hij komt er later met meer kracht toch uit.

Slide 7 - Quizvraag

Alle zoogdieren hebben zoet water nodig. Sommige zoogdieren, bijvoorbeeld dolfijnen, leven in zee. Hoe komen zij aan zoet water?
A
- Hun huid laat wel water door maar geen zout.
B
- Hun maag filtert het zout uit het zeewater.
C
- Ze halen het water uit de vissen die ze eten.

Slide 8 - Quizvraag

Kun je uitdrogen als je een week zonder te drinken in een bad vol met water blijft zitten?
A
- Nee dat kan niet, want het water kan makkelijk via je huid je lichaam binnen.
B
- Ja, net als buiten het bad, want water kan niet via je huid naar binnen.
C
- Ja, dat gaat zelfs heel snel want het badwater trekt extra vocht uit je lichaam.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe komt het dat schaamhaar kort blijft, terwijl hoofdhaar lang wordt?
A
- Zonder licht en lucht groeit je haar slecht.
B
- Onder kleren slijt je haar harder.
C
- Schaamhaar valt sneller uit.

Slide 10 - Quizvraag

Als je lang in bad zit gaat je huid rimpelen. Baby’s liggen negen maanden in het vruchtwater. Waarom worden zij niet helemaal gerimpeld geboren?
A
- Een ongeboren baby heeft een beschermende vetlaag.
B
- Het zuur in het vruchtwater trekt de huid strak.
C
- Die rimpels worden gladgetrokken tijdens de geboorte.

Slide 11 - Quizvraag

Eens in de vier jaar duurt een jaar geen 365 dagen maar 366 dagen. Hoe komt dat?
A
- De aarde gaat steeds langzamer om de zon draaien.
B
- Gewone jaren zijn iets te kort.
C
- De zon wordt steeds warmer.

Slide 12 - Quizvraag

Waarom krijg je vaak een slapende voet als je er op zit, maar bijna nooit slapende billen?
A
- Er zitten geen botten in je billen.
B
- De zenuwen in je billen zitten heel diep.
C
- Je voeten zitten veel verder van je hart af.

Slide 13 - Quizvraag

Waarom spugen lama's?
A
- Omdat ze spuug overhouden als ze te weinig eten.
B
- Omdat ze de baas willen zijn.
C
- Omdat ze zich vervelen.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe komt het dat je wel eens een schok voelt als je je elleboog stoot?
A
- Het telefoonbotje prikt in een zenuw.
B
- Er ontstaat kortsluiting tussen twee zenuwen.
C
- Er wordt heel hard op een dikke zenuw gedrukt.

Slide 15 - Quizvraag

Twee skiërs kunnen even goed schansspringen. De ene is zwaar, de andere is licht. Wie komt het verst?
A
- De zware want die gaat harder de schans af.
B
- De lichte want die zweeft beter.
C
- Hun gewicht doet er niet toe.

Slide 16 - Quizvraag

Kan het 1000 graden onder nul zijn?
A
- Ja, maar alleen diep in het heelal waar geen zonlicht komt.
B
- Ja, maar alleen in een speciaal laboratorium.
C
- Nee. Zo rond de 270 graden onder nul is het wel koud genoeg.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zorgt een kat dat hij altijd op zijn pootjes terecht komt?
A
- Hij ontspant zich waardoor zijn pootjes naar beneden gaan hangen.
B
- Hij vouwt zich dubbel en draait met zijn pootjes.
C
- Hij strekt zijn pootjes op het juiste moment.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe komt het dat je vlinders in je buik voelt als je verliefd bent?
A
- Verliefdheid is spannend en dan werken je darmen anders dan normaal.
B
- Verliefdheid verstoort je evenwichtsorgaan en dan raakt je buik van streek
C
- Verliefdheid maakt je hongerig en dat voel je in je maag.

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is de Noordzee niet blauw zoals de Middellandse Zee?
A
- In de Noordzee zitten veel meer planten.
B
- De Middellandse Zee is zouter dan de Noordzee.
C
- De lucht boven de Middellandse Zee is meestal blauw.

Slide 20 - Quizvraag

Waarom zweten we?
A
- Om vocht kwijt te raken.
B
- Om zout kwijt te raken.
C
- Om warmte kwijt te raken.

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn snotjes in je neus?
A
- Het is opgedroogd slijm met stof.
B
- Het is opgedroogd speeksel met stof.
C
- Het is opgedroogd traanvocht met stof.

Slide 22 - Quizvraag

Hoe komt het dat de één vaker door een mug wordt gestoken dan de ander?
A
- Mensen ruiken verschillend en muggen hebben een voorkeur voor bepaalde geuren.
B
- De ene mens heeft zoeter bloed dan de andere en muggen houden van zoet bloed.
C
- Sommige mensen hebben een dunnere huid dan anderen en dat prikt makkelijker.

Slide 23 - Quizvraag

Hadden mensen vroeger een staart?
A
- Nee, we hebben nooit een staart gehad.
B
- Ja, maar die is verdwenen omdat we niet meer in bomen leven.
C
- Ja, maar onze staart verdwijnt vlak voor de geboorte.

Slide 24 - Quizvraag

Poepen bacteriën ook?
A
- Sommige wel, andere niet.
B
- Ja, want bacteriën hebben een mondje en een kontje.
C
- Nee, ze poepen niet, maar ze plassen wel en ze laten zelfs ook windjes.

Slide 25 - Quizvraag