Het bijwoord klas 3TL

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Het bijwoord

étape 5 klas 3tl

Wat is een bijwoord?

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 

Bijvoorbeeld: De goede film. ( goed is bijvoeglijk naamwoord)

Een bijwoord zegt is over een ander woord (meestal een werkwoord)

Bijvoorbeeld: Jan werkt goed. ( werken is het werkwoord)

Een bijwoord zegt iets over:

1.  Een werkwoord. Wij richten ons vooral op deze mogelijkheid.

2. Een ander bijwoord

3. Een bijvoeglijk naamwoord.

4. Een hele zin.

Hoe maak je een bijwoord?

Voor het maken van het bijwoord, gebruik je het bijvoeglijk naamwoord.

a. Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een klinker? Maak dan het bijwoord door  ment erachter te zetten.

Dus: 

vrai (bijvoeglijk naamwoord) wordt vraiment   ( bijwoord)

b. Eindigt het bijvoeglijk naamwoord niet op een klinker?

Dan maak je het bijvoeglijk naamwoord eerst vrouwelijk.

Dus heureux wordt heureuse 

Het bijwoord wordt dan heureusement.

Seul wordt seule, het bijwoord wordt dan seulement

Bijwoorden met een eigen vorm.

bon                                wordt bien             = goed

meilleur                       wordt mieux          = beter

mauvais                       wordt mal               = slecht

Tu es sûr que c'est un bon restaurant?
Bon zegt iets over un restaurant en is dus een:

1. een bijvoeglijk naamwoord.
2. een bijwoord

Elle travaille bien.
Bien is een:

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

Dus....

1. Een bijwoord maak je door MENT achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten. Als het bijvoeglijk naamwoord niet op een klinker (e,a,u,i,o) eindigt, maak je het eerst vrouwelijk.

2. Je hebt bijzondere gevallen.

Je maakt een bijwoord door....... achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.

Exact wordt als bijwoord?

1. exactement
2. exactment

Direct wordt........?

1. directment
2. directement

Courageux wordt........?

1. courageuxement
2. courageusement

Maak van het woord tussen haakjes een bijwoord.
Je vais manger................. (rapide)

Maak het goede bijwoord.
J'ai ...(seul)....demandé un thé. C'est tout.

Maak het goed bijwoord.
Tu dois ........(absolu) regarder ce film.

Kies de juiste vorm:
Sophie parle bon/bien anglais.

1. bien
2. bon

Nu zelf:
heureux wordt

libre wordt

normal wordt

bon wordt

Schrijf hieronder of je deze les over het bijwoord hebt begrepen.