Drugs

Drugs
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Drugs

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
-Theorie
-Samenwerkingsopdracht
-Werkboek


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke drugs ken jij?

Slide 4 - Woordweb

Alle drugs moet legaal worden, net zoals alcohol en tabak

Slide 5 - Open vraag

Wat kunnen redenen zijn waarom iemand drugs gaat gebruiken?

Slide 6 - Woordweb

Drugs
Stimulerende, verdovende of hallucinerende middelen


Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn drugs?
Drugs beïnvloeden de werking van je lichaam, vooral het zenuwstelsel.

De verschillende effecten van drugs:
  • Stimulerende middelen: Zorgen dat je zenuwstelsel sneller werkt (zoals xtc).
  • Verdovende middelen: Laat je zenuwstelsel juist langzamer werken (zoals alcohol en heroïne).
  • Bewustzijnsveranderende middelen: Beïnvloeden de werking van je hersenen (zoals lsd en paddo's).

Slide 8 - Tekstslide

Drugsdriehoek
Hallucinerend





Stimulerend                                                  Opwekkend






Slide 9 - Tekstslide

Enkele bekende soorten drugs en hun werking. Je ziet dat sommige drugs ook medicijnen zijn

Slide 10 - Tekstslide

Verdovende middelen
Opwekkende middelen
Bewustzijnsveranderende middelen
GHB
XTC
Paddo's
Wiet
Hasj
Speed
Cocaine
Lachgas

Slide 11 - Sleepvraag

Indeling Drugs
Verdovend
Opwekkende
  • Cafeïne
  • Nicotine
  • Cocaïne
  • Amfetamine
  • XTC¹
  • Anti-depressiva

Verdovend
  • Alcohol
  • Heroïne

  • Cannabis
  • Slaapmiddelen
  • Kalmerings-middelen
  • Anti-psychotica
Bewustzijnsveranderend
  • XTC²
  • Cannabis
  • LSD
  • Paddo’s
  • Lachgas

Indeling van Drugs

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Opdracht: Drugs scenario's
De klas wordt zo verdeeld in groepjes. Elk groepje krijgt in totaal 3 scenario's die te maken hebben drugs. Bij elk scenario beantwoord je een aantal vragen. Het antwoord moet bestaan uit minstens vijf zinnen per vraag. 

Slide 14 - Tekstslide

Hallicunerende drugs
-Beinvloed de werking van je zintuigen: ruiken/horen/proeven/voelen/horen
 
-Beleving van tijd / ruimte is vaak anders

Slide 15 - Tekstslide

Verdovende drugs
-Wordt vaak gebruikt om herinneringen / nare gedachtes te vergeten
-Emoties, pijn en angsten worden verminderd

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Stimulerende drugs
-Je hebt het gevoel meer energie te hebben
-Verhoging van ademhaling / hartslag
-Red Bull?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Scenario's
  • Al je vrienden gebruiken drugs op een verjaardag en willen ook dat je mee doet.
  • Je baas is ernstig verslaafd en vraagt jou om drugs te kopen onder werktijd.
  • Een familielid van je heeft verslavingsproblemen en vraagt ​​je om geld om drugs te kopen.

Slide 20 - Tekstslide

Vragen:
  • Wat zijn de mogelijke risico's en gevolgen van het drugsgebruik in deze situatie?
  • Hoe zou je reageren op deze situatie?
  • Welke acties kun je ondernemen om het drugsgebruik te voorkomen in deze situatie?

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
Les 12 - bladzijde 141

Slide 22 - Tekstslide